** De wonderhand van Tristán Hallet - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Het kamp
Hoofdstuk 2: Hallet
Hoofdstuk 3: De ontsnapping
Hoofdstuk 4: Weer thuis
Hoofdstuk 5: Oma Duncan
Hoofdstuk 6: Henry Johnson
Hoofdstuk 7: Weer ontsnapt
Hoofdstuk 8: De reis naar Lesorith
Hoofdstuk 9: Tristán Hallet
Hoofdstuk 10: De reis naar de sprookjesstad
Hoofdstuk 11: Eindelijk thuis
Hoofdstuk 12: Zachary en Lucky


Hoofdstuk 7: Weer ontsnapt


Die nacht wilde Louise ontsnappen. Ze controleerde of iedereen sliep, toen pakte ze de zak met haar spullen en bond die op haar rug. De vorige avond had ze genoeg eten voor een paar dagen erin gedaan. Het was middernacht en het hele stadje lag te slapen. Voorzichtig opende Louise het raam en klom er uit. Zorgvuldig sloot ze het raam van buiten weer en zonder takje te laten kraken liep ze naar de weg. Gebukt rende ze weer verder in de richting van de oostelijke muur. Dit stadje was hoog in de bergen gebouwd. Het had een muur van rotsen, met hier en daar een verbindingstuk van stenen tussen de rotsen. Een rots was nogal hoekig en had vele uitstekels. Louise had dit al onderzocht en met een beetje moeite kwam ze er misschien overheen. Beneden stonden nog wat boompjes, daar was het klimmen best makkelijk. Een eindje verder werd het moeilijker. Ze trok zich omhoog. Ze was bijna bovenaan. Opeens gleden haar voeten weg en met een ijselijke gil stortte ze in de diepte...

Enkele mensen schrokken wakker, maar sliepen meteen weer in. Louise was naar beneden gestort, aan de kant van de vrijheid. Met haar hoofd viel ze op een paar stenen. Bewusteloos bleef ze liggen. een straaltje bloed droop op de grond. Daar lag ze. Het leek alsof ze niet meer leefde, maar héél zacht ademde ze toch nog... Als niemand haar zou vinden zou ze doodbloeden...

Die ochtend werd Henry wakker. Hij zou vandaag gaan trouwen met Louise! Haar familie zou niet komen, zijn familie ook niet. Hij liep naar de deur van haar kamer. Hij klopte een paar keer hard, maar Louise gaf geen antwoord. Hij opende de deur. Hé? Sinds waneer deed ze de grendels op haar deur? Henry rende naar buiten en keek door het raam. Hij zag Louise niet. Hoe was ze weggegaan? Waar was ze heen? Ze moest door het raam zijn gegaan. Hij voelde aan het raam. Dat zat niet op slot gedaan, het was alleen dichtgedaan van buiten. Waar was Louise? Was ze gevlucht? Wilde ze niet met hem trouwen? Hij werd vreselijk bang en riep het hele huis bij elkaar. Direct begonnen zij te zoeken. Sjonge, Henry zou vandaag nog wel trouwen en dan is zijn bruid weg! De knechten gingen langs de deuren en vroegen of ze misschien iets gezien hadden. Niemand wist iets, tot ze een jongetje tegenkwamen. Hij gaf aan iets te weten, maar hij wilde verder niets zeggen.

Hij werd meteen naar het huis gebracht waar Henry hem ondervroeg. Het jochie zei niets, maar hield zijn hand op. De jongen begon pas te praten toen er enkele munten ingeduwd waren. Wat maakte hem het uit of hij Louise verraadde! Hij kreeg geld en voor de rest had hij er niets mee te maken. Hij vertelde dat hij haar paard naar Thotle had gebracht en later een briefje naar de paardenhouderij. Die paardenboer heeft er dus iets mee te maken! Riep Henry. Meteen haalde hij al zijn mannen bij elkaar en ze reden op hun paarden in de richting van de paardenboerderij. Ze waren al van verre zichtbaar, dus de boerderij was gewaarschuwd. Henry's magere hand klopte op de deur. Een man met cowboy kleren aan deed open. Hij keek recht in het gezicht van een lelijke man. Henry werd binnengelaten en hij vertelde het hele verhaal. De cowboy, die de baas was van de paardenboerderij had Tristán allang verstopt. Henry wilde hem zien.

Hij liep naar het weiland, zag er vele paarden, maar Tristán stond er niet tussen. Als Tristán nu maar geen geluid maakte! Maar dat deed hij wel. Tristán had de man herkent aan wie Louise zo'n hekel had en hinnikte wild. Natuurlijk zag Henry Tristán meteen. Waar is Louise! Riep hij kwaad. Dat paard is hier, dan moet zij er ook zijn! De cowboy maakte een armgebaar over zijn hele landgoed. Succes, Henry, zei hij. Henry begon meteen. Overal zocht hij naar Louise, ook in het huis, maar hij vond niets. Uiteindelijk vertelde de cowboy het hele verhaal van Louises ontsnapping. Hij vertelde dat ze over de muur van bergen wilde klimmen en dan hier Tristán wilde halen. Maar ze was 's ochtends niet aangekomen, vertelde de cowboy. Direct vertrok Henry weer en zocht in de buurt van de muur van bergen. Daar in de buurt ondervroeg hij weer enkele mensen. Zij vertelden dat ze 's nachts een gil hadden gehoord, meer niet. Henry zocht en zocht, maar vond niets. Zijn knechten hadden meer geluk. Op de grond lag een plasje bloed.

Ze vonden ook een spoor van bloed, dat plotseling ophield. Er was niemand. Hoe is ze hier weggekomen? Vroeg Henry angstig. Zo zonder bloed? Ze is toch niet meegenomen door de een of andere... De knechten zeiden hem dat hij beter naar huis kon gaan. Louise zou vast wel niet meer leven. Henry ging moedeloos naar huis. Hij rouwde. Alle mensen in het huis rouwden om Louise. Henry wilde haar vergeten, maar voor dat hij dat wilde doen, wilde hij nog een keer in haar kamer kijken. Hij onderzocht alles. Toen hij met zijn hand over de grond onder haar bed streek hoorde hij opeens iets knisperen. Hij trok zijn hand terug. Hij had een stuk papier in zijn hand. Het was een portret van Louise, dat ze zelf getekend had. Vol verbazing keek Henry er naar. Louise met rood haar? Ze had toch zwart haar? Hij liet de tekening zien aan zijn huisgenoten. Ik weet het! Zei opeens een van de werksters. Ze had vroeger rood haar, maar het is geverfd.

Ik zag het toen ze eens in de keuken was. Haar haar was zwart, maar bij de wortels was het rood. Henry werd woedend. Ik was dus bijna met een heks getrouwd! Schreeuwde hij buiten zich zelf. Hij greep de tekening en scheurde hem in stukken. Ik wil geen woord meer over die heks horen! Zo'n wijf! Het is maar goed dat ze dood is, dan zijn wij van haar af!

Maar... Louise was helemaal niet dood! De cowboy werd ongeduldig toen ze 's nachts niet kwam en was haar gaan zoeken. Hij vond haar, half leeg gebloed. Hij nam haar mee naar zijn huis en verstopte haar goed. Hij wist dat Henry haar vast zou gaan zoeken...

Louise werd wakker met een brandend gevoel in haar hoofd. Het leek alsof ze geradbraakt was. Toch voelde de grond niet hard aan, haar handen gleden over de zachte ondergrond. Wat was dat, waar was ze? Zou... zou Henry haar gevonden hebben, vanochtend. Ze sloot haar ogen weer. Ze wilde hem niet zien. Plotseling hoorde ze een stem. Het was niet de stem van Henry, het was een vrouwenstem. Wie was dat? Louise opende haar ogen. Ze keek verbaasd op toen ze de vrouw zag. Die vertelde haar zachtjes wat haar overkomen was. Louise was gelukkig. Ze was ziek, maar ze was vrij! Toen ze hoorde van de vrouw dat Henry haar wel zou gaan zoeken, betrok haar gezicht. Wat zou hij met haar doen als hij haar vond?

De vrouw zorgde goed voor haar en had een stevig verband om haar hoofd gewikkeld. Vaak kwam ze even kijken hoe het allemaal ging. Haar man, de cowboy, zag Louise niet vaak. Wel hadden ze drie kinderen, waarvan de oudste vaak kwam kijken. Plotseling kwam het bericht dat Henry er aan kwam. Meteen werd de trap weggehaald die naar de zolder leidde. Louise lag namelijk op de zolder. Ook Tristán werd verstopt. Weldra was Henry in het huis. Louise hoorde hem heftig tegen de cowboy praten -die Bob heette- en Louise hoorde hem vaak haar naam zeggen. Ze hoorde de deur slaan; ze gingen naar buiten. Louise dacht dat ze Tristán gingen zoeken. Oh, als ze hem vonden! Ze hoorde een harde schreeuw. Ze wist het meteen, Tristán is gevonden. ze kwamen weer het huis in en zochten nu in alle kamers naar Louise. Ze klommen de trap op, naar boven. Boven hun hoofden lag Louise, maar dat wisten ze niet. Louise had een spleet gevonden en kon nu naar beneden kijken. Henry vroeg of hij naar het zoldertje kon. Louise begon te trillen. Oh, ze lag hier wel achter een muur van strobalen, maar toch...

Bob zette een trap neer. Henry klom het wankele trapje op. Toen hij zijn hoofd naar boven stak, zag hij alleen maar hooi en een paar muizen. Henry was vreselijk bang voor muizen dus kwam hij gauw weer naar beneden. Alleen maar hooi en stro, zei hij kwaad. Ze hoorde hem de trap af denderen. Met zijn mannen vertrok hij naar Thotle. Zo, die zijn we kwijt, zei Bob tevreden terwijl hij Louise naar beneden tilde. Nu kon Louise op de bank liggen en speelde een beetje met Amy en Jesse, de twee oudste kinderen van Bob. Als Mary, de vrouw van Bob, Bob moest helpen, mocht Louise op de baby passen die Luke heette. Het ventje lag naast haar op de bank en Louise suste hem in slaap. Louise verbleef al een hele tijd bij Bob. De wond wilde maar niet genezen. Toch was ze op het laatst toch wel zo beter dat ze paard kon rijden. Ze vond het heerlijk om Bob te helpen met de paarden. Ze trainde de paarden en verzorgde de veulentjes.

Ook reed ze vaak op Tristán. Hij popelde om weg te gaan. Louise eigenlijk ook. Die mensen verzorgden haar, gaven haar eten, maar ze kon niets terug betalen. Ze wilde dat ze iets terug kon doen. Bob zei dat ze hem al heel veel hielp met de paarden. Dat ze gewoon bij hem werkte voor eten. Maar Louise werkte niet heel vaak en het was geen zwaar werk. Louise wachtte en wachtte maar en eindelijk was de hoofdwond genezen. Louise kreeg cowboy kleren mee van Bob en haar haar werd in een hoed gestopt. Zo leek ze net een jongen en kon ze veiliger reizen. Ze bond de zak met spullen op haar rug. Eindelijk kon ze weg! Geestdriftig sprong ze op Tristán. De hele familie stond haar uit te zwaaien toen ze in volle galop weg stoof. Op weg naar nieuwe avonturen. En Louise wist waar ze heen zou gaan, naar Tristán Hallet! Bij hem wilde ze zijn, bij hem was ze veilig.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 8:
De reis naar Lesorith

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny