** De Vijf en het verlaten huis - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.
Hoofdstuk 2: Een onverwachte wending.
Hoofdstuk 3: Op weg naar het donkere bos.
Hoofdstuk 4: Vreemde dingen.
Hoofdstuk 5: Bram en Eleor.
Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.
Hoofdstuk 7: Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!
Hoofdstuk 8: In het grote huis.
Hoofdstuk 9: Onderdanen van Bram!
Hoofdstuk 10: Een spectaculaire ontsnapping.
Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?
Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.
Hoofdstuk 13: De ontknoping van alle gebeurtenissen.
Hoofdstuk 14: Het einde


Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?


"Waar kan tante Fanny zijn?," vroeg Annie angstig. "Ze kan ons toch niet zomaar hebben achtergelaten?"
Daar wist Julian ook geen antwoord op te geven. Natuurlijk, tante Fanny zou hun nooit zomaar achterlaten. Maar ze wist niet waar de kinderen die ochtend waren geweest. Ze hadden haar niets verteld toen ze vanochtend het huis hadden verlaten. Natuurlijk was het toen nog erg vroeg geweest, maar toch voelde de jongen dat hij dom had gehandeld. Had hij toen nog maar even een briefje op de keukentafel gelegd!
"En waar is Dick?," vroeg George.
Ja, dat was ook een raadsel. Dick was lang geleden al ontsnapt. De kinderen hadden min of meer verwacht dat ze hem hier wel zouden treffen. Maar hij was ook weg.
"Misschien is hij met tante Fanny mee," zei Julian hoopvol. "Misschien heeft hij tante Fanny alles verteld, en zijn ze samen naar de politie."
Maar George schudde met haar hoofd.

"Nee, dan zou Eleor niet ook weg zijn," zei ze. "Dick weet dat Eleor niet kan lopen. Hij zou haar dus nooit meenemen als het niet nodig was. In ieder geval niet als ze alleen maar naar de politie zouden gaan."
Ja, dat was waar. Julian dacht hard na.
"We moesten het huis verlaten vandaag," zei hij toen. "Wat zouden we met Eleor hebben gedaan?"
"Natuurlijk!," riep Annie uit. "We moesten het huis verlaten. Tante Fanny is vast met oom Quentin vertrokken. Je kunt een zieke niet zo maar buiten laten. Ik denk dat ze zich ontzettend zorgen om ons heeft gemaakt, maar ik denk dat ze gewoon is vertrokken. Oom Quentin was op dat moment belangrijker.
Maar George schudde met haar hoofd.
"En Eleor dan?," vroeg ze. "En Dick?"
"Eleor is misschien bij Dick," opperde Julian.
Maar voor hij nog verder iets kon zeggen, pakte Annie zijn arm plosteling vast.
"Ssst," zei ze. "Ik hoor iets aan de voorkant van het huis."

Direct waren de kinderen stil. Ze spitsten allemaal hun oren, en toen hoorden ze het geluid ook. Gerammel van sleutels en de voordeur die werd geopend.
"Dat is eigenaresse," fluisterde Julian. "Ik wed dat het de eigenaresse is. Ze komt vast de boel schoonmaken."
"Dan moeten we maken dat we hier wegkomen," antwoordde George. "Ze zal het vast niet leuk vinden wanneer we hier nog zijn."
De drie kinderen trokken zich dus terug in de bosjes. George riep Timmy die gehoorzaam naar haar toe kwam.
Gehurkt in de bosjes keken de drie kinderen gespannen naar het huis. Ze hoopten een glimp op te vangen van diegene die er juist naar binnen was gegaan, maar helaas zagen ze niets.

"Weet je wat ik denk?," begon George fluisterend.
"Ik denk dat de eigenaars van dit huis samenspannen met de mannen in 'Zonnehoven'. Waarom anders mochten we er eergisteren niet in, en waarom anders moesten we er zo snel al weer uit?"

Op dat moment klonk een enorm lawaai.
"Wat is dat?," vroeg Annie geschrokken.
"De helicopter," antwoordde Julian kalmerend. "Hij gaat opstijgen."
Inderdaad herkende Annie nu ook het geluid van de draaiende wieken van de helicopter. De wieken gingen harder en harder.
"Ik geloof dat hij nu gaat opstijgen," zei Julian.
Maar toen hoorden de kinderen het gekuch en gepruttel ook.
"Dat gaat niet goed," constateerde George.
"Nee," antwoordde Julian.
Nog vloog de helicopter, maar toen hoorden de kinderen hoe de wieken steeds langzamer gingen.
Toen hoorden ze een enorm gekraak, en daarna een bonk.
"Hij is gecrashd!," riep George verschrikt uit. "De helicopter is neergestort. Wat erg!"
Julian keek ernstig. "Ik weet niet wie er in de helicopter zaten," zei hij.
"Dick toch niet?," vroeg Annie angstig.
"Ik denk het niet," antwoordde Julian. "Maar ik weet het niet."

De kinderen waren even stil. Binnen in het huis was de crash ook gehoord. De kinderen hoorden hoe aan de voorkant een raam open werd gedaan. Maar natuurlijk was vanaf deze afstand niets te zien. De kinderen hadden de helicopter zelfs niet zien vliegen!
"Maar dat is denk ik wel waarom we het huis uit moesten," zei George. "De helicopter zou vandaag landen, en daar wilden ze geen pottekijkers bij hebben. 'Zonnehoven' was immers een leegstaand huis!"
"Ik denk dat je gelijk hebt, George," zei Julian. "Natuurlijk, zo moet het zijn geweest."

Hij stond op.
"Het is tijd om de politie te waarschuwen," zei hij. "Kom op, dan lopen we naar het dorp."
De drie kinderen stonden voorzichtig op. Annie had wat honger en erge dorst. Ze had vandaag nog helemaal niets gegeten. Maar dat durfde ze niet te vertellen. Timmy was er nog het beste aan toe. In de keuken had hij van Bram een prachtig maal gehad. Julian had ook honger en dorst, want ook hij had vandaag nog niets gegeten. Maar hij wist dat dat niet belangrijk was. De politie moest gewaarschuwd worden. Niet alleen om de bende in te rekenen, maar wie weet hoe de personen in het wrak van de gecrashde helicopter eraan toe waren?

Sluipend tussen de bosjes gingen de kinderen weer terug naar de voorkant van het huis. Daar was de weg. De kinderen keken achter zich naar het huis. Ze zagen dat het raam van de kamer van de meisjes open stond. Een vrouw klopte zojuist haar stofdoek uit.
"De eigenaresse," zei George. "Inderdaad, zij is het!"
"We blijven tussen de struiken," besloot Julian. "Ze mag ons hier niet zien."
De drie kinderen zorgden er dus voor dat ze vanuit het huis niet werden gezien, en begaven zich op weg.

Het was een heel stuk lopen naar het dorp. Halverwege kwam een auto hun tegemoet. De kinderen gingen beleefd aan de kant, en de auto passeerden hun.
"Dat was de eigenaar," zei Julian toen de auto voorbij was. "Pech zeg, dat hij ons heeft gezien."
"Laten we vlug doorlopen," antwoordde George. "Wanneer we bij de politie zijn, kunnen ze ons niets meer maken."
De drie kinderen en Timmy liepen dus vlug verder. Maar toch konden ze het niet helpen dat ze een wat bang gevoel hadden. Dat gevoel versterkte toen ze achter zich weer het geronk van een auto hoorden.
"Dat moet de eigenaar weer zijn," zei Julian. "Ik kan me niet voorstellen dat een andere auto van die kant af kan komen."
"Tenzij hij uit 'Zonnehove' komt," zei George.
"Maar ook dan wil ik liever niet gezien worden," zei Julian. "Kom, we gaan weer tussen de struiken."
De drie kinderen kropen dus weer tussen de struiken. Net op tijd, want daar verscheen de auto.

"Het is inderdaad de eigenaar weer," zei Annie.
De eigenaar van 'Sterrenhove' reed de kinderen voorbij zonder hen te zien. Tijdens het passeren keken de kinderen de auto in.
"Zij is er ook bij," fluisterde Annie doelend op de eigenaresse die ze naast haar man in de auto had zien zitten. "Ik vraag me af waar ze naartoe gaan."
"Hij zag er kwaad uit," zei Julian. "Ik vraag me af wat hij weet. Wel, ze zijn verdwenen. Kom, laten we weer op weg gaan."
De drie kinderen liepen weer verder. Het was nog steeds een heel eind naar het dorp. En toen, net voordat ze het bos eindelijk zouden verlaten, gebeurde iets dat geen van de kinderen had verwacht: Om een hoek, op de weg, stond de auto van de eigenaar geparkeerd. De eigenaar was uitgestapt en stond naast de auto. Hij zwaaide vrolijk toen hij de kinderen zag.
"Daar zijn jullie dus!," riep hij hun breed lachend toe. "Ik wist wel dat jullie nog hier waren!"

Annie schrok, en stond stijf stil, maar Julian trok haar mee.
"De struiken in," siste hij tegen George. "Tussen de struiken kunnen ze ons niet gemakkelijk vinden!"
De drie kinderen en Tim renden de bosjes in. Tim blafte hard. Hij voelde dat er iets gebeurde.
De lach van de eigenaar verdween snel toen hij de kinderen tussen de bosjes zag verdwijnen. Samen met zijn vrouw ging hij ze vlug achterna. Het werd een wilde achtervolging door de bosjes: de kinderen en de luid blaffende Tim voorop, en daarachter de eigenaar en zijn vrouw, die echter al snel begonnen te puffen.
Julian rende voorop. Hij koos zijn weg zorgvuldig. Het duurde niet lang of daar schemerde het dorp door de bomen. De eigenaar en zijn vrouw achter hun hijgden nu heel hard. Ze hadden niet zo'n goede condititie als de kinderen. Toen ook zij het dorp voor hun zagen, gaven ze op. De kinderen konden ongestoord verder rennen.
Julian, Annie, George en Tim renden door tot de ingang van het dorp. Daar bleven ze hijgend staan en kwamen even op adem.
"Pffff," zei Julian tegen de anderen. "We hebben het gered. Maar goed dat we op school zo veel aan sport doen!"

"Julian!," klonk ineens een verbaasde stem vanaf de andere kant van de straat. "Annie, George, Tim! Nee, maar! Jullie zijn vrij!"
De drie kinderen keken verrast op.
"Dick!," riep Annie verheugd! "Dick, je bent hier!"
Het meisje rende op haar broer af en vloog hem om de hals.
"Dick!, hoe kom je hier?," vroeg George die samen met Julian ook kwam aanlopen. Timmy was er al. Hij dansde om de jongen heen, en kwispelde en blafte alsof hij Dick in geen jaren had gezien.
"Nou, hoe komen *jullie* hier?," vroeg Dick. "Ik was vrij, maar jullie waren gevangen."

"Ik heb een van de bewakers een trap gegeven," antwoordde Julian.
"We hebben kunnen ontsnappen," zei George op hetzelfde moment.
"Dick," vroeg Annie, "weet jij waar tante Fanny en oom Quentin zijn? En oh, Eleor missen we ook."







Maar tot haar teleurstelling schudde Dick met zijn hoofd.
"Ik ben net hier, en toen zag ik jullie," zei hij. "Is iedereen weg?"
Julian vertelde kort wat ze bij het huis hadden gezien. Dick was verbaasd.
"Tante Fanny kan toch niet zomaar zonder ons zijn weggaan?," zei hij. "En Eleor is ook verdwenen?"
"Dick, wat heb jij beleefd?," vroeg Annie. "We dachten dat je bij 'Sterrehoven' was."
"Nee," antwoordde Dick, "ik ben niet bij het huis geweest. Toen ik kon ontsnappen kon ik niet meteen het gat in het hek vinden. Dat gat waardoorheen we waren gekomen. Toen hoorde ik het geluid van de helicopter, en ben ik door de struiken teruggeslopen."

In het kort vertelde Dick de anderen wat hij had beleefd.
"De helicopter stond daar op het grasveld voor het huis. Ik was bang dat ze jullie ermee wilden ontvoeren, Ik ben er daarom naar toe gegaan en heb de tank leeg laten lopen."
"Heb jij dat gedaan?," vroeg Julian met ongeloof. "De helicopter is neergestort."
Dick knikte.
"Ik heb het gehoord," antwoordde hij. "Ik was heel bang dat jullie er in zaten. Gelukkig zijn jullie hier."
"Nee, we zaten niet in de helicopter," antwoordde Julian. "Maar het heeft niet veel gescheeld. Bram's oom was van plan ons ook mee te nemen. Hij zou naar het een of ander land vliegen. Bram heeft ons het ervan verteld. Er schijnt daar iets met een koning te zijn, maar het preciese weet ik niet."

"Ik vrees dat Antonio wel in de helicopter gezeten heeft. Ze wilden hem terugvliegen naar dat land. En misschien zit Bram er ook wel in," zei Annie zachtjes.
"Wie is Antonio?," vroeg Dick.
"Dat is een gevangene," antwoordde Julian. "Een heel zieke man. Ik denk dat Bram's oom hem al een tijdje gevangen houdt."
"Ik was op weg naar de politie," zei Dick. "Ik wilde ze gaan inlichten. Ze moeten alles weten wat wij hebben ontdekt."
"Wij waren ook op weg," antwoordde Julian. "Kom op, laten we verder open. Er is geen tijd te verliezen."


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 12:
Weerzien op het politie-bureau.

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny