** De Vijf en het verlaten huis - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.
Hoofdstuk 2: Een onverwachte wending.
Hoofdstuk 3: Op weg naar het donkere bos.
Hoofdstuk 4: Vreemde dingen.
Hoofdstuk 5: Bram en Eleor.
Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.
Hoofdstuk 7: Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!
Hoofdstuk 8: In het grote huis.
Hoofdstuk 9: Onderdanen van Bram!
Hoofdstuk 10: Een spectaculaire ontsnapping.
Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?
Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.
Hoofdstuk 13: De ontknoping van alle gebeurtenissen.
Hoofdstuk 14: Het einde


Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.


De vier kinderen liepen door het dorp naar het politie-bureau. Daar lag het gebouwtje. Het was niet groot, echt een dorpsbureautje. De kinderen gingen naar binnen, en daar wachtten hun een grote verrassing.
"Tante Fanny!," juichte Annie. "Bent u hier?"
Inderdaad was George's moeder op het politiebureau. De vrouw was erg opgelucht toen ze alle kinderen binnen zag komen. Blij omhelsde ze ze een voor een.
"Oh, ik ben zo blij dat jullie hier allemaal zijn," zei ze. "Is alles goed met jullie?"
"Ja, alles is goed," antwoordde George. "Hoe is het met vader?"
Mar haar moeder antwoordde niet op haar vraag.
"Waar waren jullie vanochtend?," vroeg ze aan de kinderen. "Toen ik opstond was het huis leeg."
"We hebben een heleboel beleefd," antwoordde Julian. "Maar dat vertellen we u straks allemaal. Ik moet nu eerst de chef van dit bureau spreken."
Hij wendde zich tot de politieman die naast hem stond en vroeg of hij de politie-chef mocht spreken. Direct werd hij naar de kamer van de chef gebracht.
Julian deed kort zijn verhaal. De chef knikte ernstig toen hij alles hoorde.
"Zo zo," zei hij. "Het lijkt erop dat zich in dat pand een heleboel heeft afgespeeld waarvan wij niet op de hoogte waren."

"Je zegt dat er ook een gevangene is?"
"Ja, een man die Antonio wordt genoemd," antwoordde Julian. "Ik weet niet wie hij is. Hij schijnt wel een belangrijk man te zijn in zijn land."
"Antonio Primalaya," zei de chef meteen. "Hij is eerste minister van Jemistan. Een paar maanden geleden verdween hij. De politie in zijn land vermoedde al dat hij was ontvoerd, en dat zijn ontvoerders hem naar het buitenland hadden gebracht. Maar dat hij hier zou zitten, had niemand verwacht!"

"Bram's oom wilde met een helicopter naar hun land terugkeren, maar de helicopter is neergestort," zei Julian.
En snel vertelde de jongen welk aandeel Dick hierin had gehad. De chef knikte prijzend.
"Goed werk," zei hij tegen Julian. "Hoeveel mannen heb je in het huis gezien?"
"Een stuk of zes," antwoordde Julian. "En dan Antonio nog, en Bram zelf. We weten niet wie van hen de helicopter in zijn gegaan."
"We zullen dat wel zien," antwoordde de politie-chef. "Er zijn al mannen naar het gebied onderweg naar aanleiding van het verhaal van mevrouw Kirrin, maar ik zal om versterking vragen. We dachten eerst dat het om vermiste kinderen ging, maar nu blijkt het om een internationale bende te gaan."
"Ja, een bende," antwoordde Julian ernstig. "Een bende die iets in Jemistan wilde doen."
"De koning daar is onlangs gestorven," vertelde de chef, "en er is nu twist over wie de opvolger is. Bedankt voor je informatie, jongen. Ik ga snel wat telefoontjes plegen."

Julian verliet de kamer en ging weer terug naar de ontvangstruimte waar de anderen waren. Daar trof hij ook de dierenarts die naar tante Fanny was komen kijken. De goede man was blij verrast alle kinderen gezond en wel op het bureau te zien.
"Nee maar," zei hij verbaasd. "Jullie zijn allemaal hier! Waar zijn jullie geweest? We hebben ons vreselijke zorgen gemaakt."
Nu konden de kinderen dan eindelijk hun verhaal vertellen. Stukje bij beetje vertelden ze aan de dierenarts en aan tante Fanny wat ze vandaag allemaal hadden beleefd.

De twee volwassen stonden versteld.
"Jullie zijn echt in een gevaarlijk situatie geweest," zei de dierenarts ernstig. "Goed dat alles nu voorbij is."
Toen vertelde hij zijn verhaal. Hoe hij tante Fanny leeg in het huis had aangetroffen, helemaal radeloos. En hoe hij daarna de politie had ingelicht. Daarna was hij met zijn auto weer naar 'Sterrenhove' teruggereden, en had hij tante Fanny en oom Quentin samen met alle bagage opgehaald.
"Oom Quentin ligt nu bij mij op de logeerkamer," vertelde hij. "En Eleor heb ik ook maar meegenomen. Er was anders niemand die naar haar omkeek."

"Ik weet niet hoe ik u kan bedanken," zei tante Fanny plotseling tegen de dierenarts. "U bent zo goed voor mij geweest, juist op het moment dat ik niet meer wist wat ik moest doen."
Maar de dierenarts wuifde dit weg.
"Het is niets," antwoordde hij. "Helpen is mijn vak. Maar kinderen, zouden jullie mij een plezier willen doen? Zouden jullie even bij Eleor willen kijken? Ze mist haar baasje heel erg en ze voelt zich erg eenzaam. Misschien kunnen jullie haar wat opvrolijken."
Nou, dat wilden de kinderen wel doen! Het huis van de dierenarts lag niet ver van het politie-bureau, en nadat ze hadden gehoord hoe ze er moesten komen, gingen ze er vlug naar toe.

Eleor was heel blij toen ze de kinderen zag. Ze keek met haar kop van de een naar de ander, en haar staart kwispelde.
"Laat me je poot eens bekijken?" vroeg George. "Ze pakte de gewonde poot van de hond op, en onderzocht hem nauwkeurig."
"Het geneest mooi," zei ze tegen de hond. "Prima. Maar vandaag mag je nog niet lopen. Jammer Eleor, je moet vandaag nog hier blijven."
Eleor legde haar snuit weer op haar poten en slaakte een diepe zucht. Ze lag in een hok in een schuurtje dat achter het huis van de dierenarts stond. Daar verzorgde de dierenarts de dieren die er ernstig aan toe waren en waarnaar regelmatig moest worden gekeken. Op dit moment waren de meeste hokken van het schuurtje leeg. Alleen een kip was er, die heel erg stil lag; en een poes dat met een piepend geluid ademde.
De kinderen aaiden Eleor, en praatten onderwijl over Bram.
"Ik hoop dat hij het goed maakt," zei George. "Ik hoop dat hij niet in de helicopter zat. Het was een rare snuiter, met zijn koningsschap, maar eigenlijk is hij gewoon zielig."

"Ja," antwoordde Julian en was toen stil.
Alle kinderen dachten aan Bram, en aan de gecrashde helicopter.
"Zullen mensen dood zijn?," vroeg Annie met een klein stemmetje.
Julian schudde met zijn hoofd.
"Ik weet het niet," antwoordde hij. "De helicopter kan nooit hoog hebben gevlogen, maar we weten niet hoe hij is neergestort."

"Wat zal met Bram gebeuren, wanneer zijn oom wordt gearresteerd?," vroeg George zich af. "Ik hoop dat hij naast zijn oom nog andere familie heeft. Mensen die wel aardig zijn."

"Ja, dat hoop ik ook," antwoordde Julian.
De dierenarts kwam binnen, en zag de vier kinderen zitten.
"Hee, Eleor ziet er al gelukkiger uit," zei hij. "Maar ze mist haar baasje enorm. Hopelijk komt hij snel."
Hij gaf de hond een aai en wendde zich toen tot de kinderen.
"George," zei hij. "De achterdeur van mijn huis is open. Als je je vader wilt zien, kan je zo naar binnen lopen."
Nou, dat wilde George wel. Meteen ging ze weg. De andere kinderen bleven in het schuurtje op haar wachten. Oom Quentin kon ze toch niet allemaal tegelijk bij zijn bed hebben. Even later was George al weer terug.
"Hoe is oom Quentin?," vroeg Annie meteen.
Opgelucht vertelde het meisje dat haar vader er al weer beter uitzag. Hij had zelfs een beetje met George gepraat! Maar George had hem nog niets van hun avontuur verteld. Dat zou hem alleen maar te veel opwinding hebben gegeven.

De dierenarts meldde dat hij weer aan het werk moest. Hij ging zijn controle-ronde rijden. De kinderen liepen weer terug naar het politiebureau waar in de ontvangsruimte het spannende wachten op de afloop begon. Iedereen was met zijn gedachten bij 'Zonnehoven'. Hoe zou het er daar nu aan toegaan? De kinderen hoopten dat alle inzittenden uit de helicopter kon worden gered, en dat er geen doden waren gevallen.

Het wachten duurde lang. De chef zat in zijn kantoor en had radio-verbinding met de ploeg in het bos. Af en toe kwam hij even de ontvangstkamer in om de kinderen het laatste nieuws te vertellen.

"In het huis was niemand meer," berichtte hij. "Onze mannen hebben het van boven tot onder doorzocht, maar het was helemaal verlaten. Ze gaan nu op weg naar de helicopter."
De kinderen zogen hun wangen in van schrik. Zo, dus iedereen was in de helicopter geweest! Ook Bram. Ze hoopten dat hij het er goed vanaf had gebracht.
In spanning wachtten ze op vervolg-nieuws. De chef kwam nog een keer langs.
"Er wordt gevochten rondom de helicopter," vertelde hij.
Dit was niet zo'n prettig nieuws. Bram en Antonio die midden in een gevecht zaten! Bram's oom kon ze als gijzelaars gebruiken, en op die manier alsnog ontkomen!
"Gaan we het redden?," vroeg Annie gespannen.
Maar tot haar teleurstelling haalde de politie-chef zijn schouders op.
"Daar heb ik nog geen informatie over, meisje," antwoordde hij.

Even later was er opschudding op het bureau. Een tweetal gevangenen werden binnengebracht. De kinderen herkenden dadelijk de eigenaar van 'Sterrehove' en zijn vrouw. De eigenaar zag de kinderen zitten en trok een boos gezicht naar ze. Maar daar moesten de kinderen alleen maar om lachen. Haha, boze gezichten trekken konden ze ook!
"Woef!," blafte Timmy.
Ook hij leek een boos gezicht te trekken! Maar dan naar de eigenaar, omdat hij van hem 's nachts in een hok had moeten slapen.
De eigenaar en zijn vrouw werden naar de cel aan de achterkant van het bureau gebracht waar ze werden onderworpen aan een zwaar verhoor.
Niet veel later arriveerde een glimmende auto bij het bureau. Drie mannen stapten uit. Ze zagen er officieel en buitenlands uit, en de politie-man aan de balie fluisterde de kinderen toe dat dit vertegenwoordigers uit Jemistan waren.
"Hoge heren," zei hij, terwijl hij de kinderen veelbetekenend toeknikte.


De mannen bleven lang bij de politie-chef. De kinderen hoorden nu helemaal geen nieuws meer. Gespannen zaten ze in de ontvangstruimte te wachten. Ze dachten aan Antonio, en aan Bram. Hoe zouden die het maken?

Buiten was het rustig. Als al in het bos gevochten werd, hoorde je er hier niets van. Maar het was ook ver weg.
"Ik ga even een stukje lopen," zei George op een gegeven moment. "Ik houd het hier niet langer uit. Wie gaat er mee?"
Alle kinderen gingen mee. Timmy was blij dat ze naar buiten gingen. Ook hij was het wachten binnen zat.
"Niet naar het bos gaan, kinderen," waarschuwde tante Fanny.
Maar dat zouden ze niet doen. De vier kinderen wisten heel goed dat ze de politie niet voor de voeten moesten lopen!
"We lopen alleen wat door het dorp, en door de velden," antwoordde Julian. "Maakt u zich maar niet ongerust."

De kinderen gingen naar buiten en liepen met Timmy een rondje door het dorp. Buiten ontmoetten ze een paar nieuwsgierige blikken. Het was de dorpsbewoners opgevallen dat er iets aan de hand was. Ze hadden politie-wagens voorbij zien rijden, en ook de glimmende, dure auto zien arriveren. Ze waren nieuwsgierig. Maar er was ook werk te doen en kenmerkend voor dat dorp vroegen de mensen de kinderen niets. Ze wisten dat ze op den duur alles toch wel zouden horen. En zo gingen ze dus door met hun werk alsof er niets aan de hand was. De kinderen konden ongestoord wandelen en alle spanningen van hun af laten glijden.

Toen ze na een uurtje op het bureau terugkwamen, zagen ze dat er wat was gebeurd. Een heleboel politie-auto's stonden voor het gebouwtje. En ook een auto met zwaar getraliede ramen. De kinderen holden nieuwsgierig naar binnen. Zou het gelukt zijn?
Het eerste dat ze zagen toen ze binnen kwamen, was een klein figuurtje dat eenzaam bij de politie-balie stond. Bram!


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 13:
De ontknoping van alle gebeurtenissen.

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny