** De Vijf en het verlaten huis - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.
Hoofdstuk 2: Een onverwachte wending.
Hoofdstuk 3: Op weg naar het donkere bos.
Hoofdstuk 4: Vreemde dingen.
Hoofdstuk 5: Bram en Eleor.
Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.
Hoofdstuk 7: Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!
Hoofdstuk 8: In het grote huis.
Hoofdstuk 9: Onderdanen van Bram!
Hoofdstuk 10: Een spectaculaire ontsnapping.
Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?
Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.
Hoofdstuk 13: De ontknoping van alle gebeurtenissen.
Hoofdstuk 14: Het einde


Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.


"George!" riep George's moeder. "George, kom je me helpen met de bedden? Je neefjes en nichtje zullen er nu snel zijn, en ik heb nog zo veel te doen!"
George liep naar boven waar haar moeder met een stapel beddegoed al op haar wachtte. Timmy de hond liep vlug achter het meisje aan en drong zich naar voren om het eerst in de kamer te zijn waar de jongens zouden slapen. George volgde hem vrolijk. Ze verheugde zich op de komst van haar neefjes en nichtje: Julian, Dick en Annie. En op de vakantie die voor haar lag!

"He, ik ben zo blij dat ze nu eindelijk komen!," zei ze tegen haar moeder.
George's moeder keek haar dochter lachend aan.
"Je hebt je erg eenzaam gevoeld, de afgelopen twee weken, is het niet?," merkte ze op.
"Nou," antwoordde George.
Haar moeder had gelijk. Ze had zich eenzaam gevoeld. De ouders van Julian, Dick en Annie waren met hun kinderen twee weken op vakantie geweest, en George had deze weken alleen met Timmy in Kirrin Cottage moeten doorbrengen. Het was saai geweest. Met verwondering dacht het meisje terug aan de tijd dat ze haar neefjes en nichtje nog niet had gekend. Toen was ze altijd alleen geweest! En toen ze Julian, Dick en Annie ontmoette: hoe had ze het gehaat dat andere kinderen in haar huis kwamen slapen. Lieve hemel, wat was ze bits geweest. George schudde haar hoofd. Ze kon het zich niet meer voorstellen.
De afgelopen twee weken waren enorm saai geweest. Het meisje had veel met Timmy gewandeld, maar toch was het minder leuk geweest. Ze had de andere drie gemist. Hun grapjes, hun gesprekken, en de avonturen die ze altijd samen beleefden! Nu waren er geen avonturen geweest. Alles was erg rustig geweest. Te rustig naar George's zin. Ze hoopte dat zich spoedig weer een avontuur zou aandienen!

Met kracht schudde ze de lakens uit.
"Hoe laat komen ze?," vroeg ze aan haar moeder, doelend op Julian, Dick en Annie.
"Hun trein komt over twee uur aan op Kirrin," antwoordde haar moeder. "Ik heb Thomas, een man uit het dorp, gevraagd of hij ze wil ophalen van het station en hier naartoe wil brengen. Ik denk dat ze over twee en een half uur hier zullen zijn".
"Fijn!," zei George tevreden. "Ik ben benieuwd hoe hun vakantie is geweest. Ik hoop net zo saai als de mijne."
"George!," zei haar moeder bestraffend.
"Nou ja, ik hoop niet dat ze zonder mij een avontuur hebben beleefd," verdedigde George zichzelf. "Dat zou ik helemaal niet leuk vinden."
"Dat zal vast niet zo zijn," antwoordde haar moeder terwijl ze een kussen in een hoes stopte.

"Zijn we klaar?," vroeg George.
"Ja, we zijn klaar. Je kunt gaan," antwoordde haar moeder. "Je gaat zeker naar het station?"
"Precies!," antwoordde George lachend. "Ik ga ze ophalen."
"Denk eraan dat in de auto van Thomas waarschijnlijk geen plaats is voor jullie allemaal!" waarschuwde haar moeder.
"Oh, dat geeft niet," zei George. "We gaan toch wandelen. Julian, Dick en Annie zullen blij zijn als ze even kunnen bewegen. Ze hebben een lange treinreis gehad, niet? Ik geloof dat ze van heel ver komen."
"Ja," antwoordde haar moeder. "Ze logeerden ergens in het noorden van Engeland. Vlak tegen de Schotse grens aan. Het zal een lange reis voor hun zijn geweest. Denk erom George, dat ze misschien moe zijn!"
"Ja, mam," antwoorde George gehoorzaam. "Maar niets helpt beter tegen de vermoeidheid van het lang opgesloten zitten dan een stevige wandeling met Timmy in de zeelucht! Ik zou in ieder geval niets beters weten!"



"Kan ik gaan? Ja? Kom Tim, dan gaan we!"
Samen met de hond stormde het meisje de kamer uit.
"Doe rustig! Denk aan je vader!," riep haar moeder haar nog na. Maar George hoorde het al niet meer. Ze was de kamer al uit, naar de trap. George's moeder hoorde de treden bonken. Ze stopte met werken en luisterde angstig. Ze hoopte dat haar man beneden niets van het gebonk zou horen. Die George toch ook! Altijd vergat ze dat haar vader het graag stil in huis huis had. Maar gelukkig, in de studeerkamer beneden bleef alles stil. George's moeder slaakte een opgeluchte zucht, en ging voor haar gasten handdoeken halen. Een bonk even later deed haar opnieuw stilstaan. Dat was de buitendeur geweest. Oh, nu zou haar man toch niet??? Maar gelukkig, ook deze keer bleef alles stil. George was nu weg. Het huis zou even stil zijn. Maar niet voor lang, vreesde de vrouw.



--------------------------------------------------------------



George stond op het perron en popelde van ongeduld. Bijna, bijna zouden de Vijf weer bij elkaar zijn! Ook Timmy was ongeduldig. Hij rende heen en weer, en hapte naar elke vlieg die zich op het perron liet zien. Hij wist dat er iets ging gebeuren, en hij vermoedde wel wat dat was. Als George hier zo met hem stond, dan kwamen Julian, Dick en Annie er weer aan! Tim was blij, want hij hield heel veel van de drie kinderen. Bijna net zo veel als van George, maar toch van George iets meer!
Daar kwam de trein. Eindelijk! George sprong op van vreugde, en haalde toen Timmy bij zich. Nu zouden 'De Vijf' bijna weer bij elkaar zijn! Met veel lawaai stoomde de trein het kleine stationnetje binnen, en kwam toen knarsend tot stilstand. Het geluid stierf weg, en toen gingen de deuren open. Voorin de trein stapte de conducteur uit. Maar achterin kwam een groepje kinderen naar buiten. Dick, George, Annie! George riep hun namen over het perron en rende op hen af. Luid blaffend volgde Timmy haar, en hij haalde haar in. Eerder dan het meisje bereikte hij de drie kinderen, en hij sprong met al zijn vaart tegen Julian op. Die was bezig een van de koffers uit de trein te halen, en stond net in een moeilijke houding. De jongen kon zijn evenwicht niet meer houden, en met de koffer en Tim viel hij op de grond.



"Oh Julian!," riepen Annie en George precies tegelijk verschrikt uit.
"Timmy, kom hier!," beval George.
Timmy was net zo geschrokken als de drie kinderen, maar aan terugkomen dacht hij niet! Hij was veel te blij iedereen weer te zien. Hij krabbelde overeind, en sprong toen naar Annie toe.
"Jongens help eens even met de koffers!," riep Julian die nu ook overeind kwam. "De trein vertrekt zodirect weer."
Maar helemaal vooraan stond de conducteur geduldig te wachten tot de kinderen klaar zouden zijn.
Dick en George haalden nu de overige koffers uit de trein, terwijl Julian zich afklopte. Daarna knielde de jongen neer en pakte Timmy's kop tussen zijn handen.
"Jij was blij mij weer te zien, he, oude jongen?" zei hij tegen de hond. "Nou, ik ook. Goeie jongen. Goed dat we weer allemaal samen zijn."
Alle koffers waren nu uit de trein, en George gaf een seintje aan de conducteur die vriendelijk terugknikte.
"Waar gaan we heen?," vroeg Julian terwijl ze met hun bagage het perron afliepen.
"Moeder heeft Thomas uit het dorp gevraagd jullie met de auto op te komen halen," antwoordde George. Ik hoop dat hij er is.



En de man was er. Hij stond naast zijn auto, en glimlachte wat verlegen. Maar hij keek bedenkelijk toen hij het hele gezelschap zag. Zijn auto was niet groot.
"Oh, maar ik ga terug lopen," antwoordde George snel. Ze keek de anderen aan. "Wie gaat met mij mee?"
Ondanks de lange rit, hadden alle kinderen wel behoefte aan een wandeling. Thomas zou alleen de koffers terugbrengen.
De jongens hielpen de man met inladen, en toen reed de kleine auto weg. De kinderen keken hem na.
"Op naar Kirrin, jongens!," riep Dick toen de auto was verdwenen. "Wat heerlijk om weer hier te zijn!"



Druk babbelend liepen de vier kinderen met Timmy over het kleine weggetje dat van Kirrin station naar Kirrin Cottage leidde.
"George, hoe was je kamer?," vroeg Annie. "Ik herinner me dat je er op school veel over heb zitten piekeren. Viel het een beetje mee?"
"Ja, gelukkig wel," antwoordde George. "Het is best wel aardig behang. Maar toch had ik het liever zelf uitgezocht."
En het meisje zette een van haar koppige gezichten. Julian en Dick lachten.
"Daar hebben we de koppige George weer," zei Dick. "Altijd in om een nors gezicht te trekken. Kijk maar uit dat hij niet zo vastgroeit. Je weet het hè, als de klok twaalf uur slaat........."
Maar verder kon hij niet spreken, want George zat hem achterna, met een nog veel bozer gezicht. Maar met ogen die lachten! Timmy rende achter de twee kinderen aan en blafte luid. "Woef. Woef. Woef!"
"Ha fijn, achterna zitten!", betekende dat.
Blij sprong hij tegen George op die zojuist Dick bij zijn arm had gepakt en deze nu achterop de rug van de jongen draaide.
"Zeg dat het je spijt," zei ze tegen Dick.
Maar Dick dacht er niet aan. Vlug kronkelde hij in het rond, en daar was hij al weer los! Nu pakte hij George's arm.
"Nou?," vroeg hij grijnzend.
"Oh jongens, hou op!," riep Julian die met Annie uit de verte kwam aanlopen. "Het is een veel te mooie dag om elkaar pijn te doen. Kijk eens hoe de natuur bloeit! Is het niet heerlijk om hier te wandelen?"
"Poeh!," zei George.



"Zodirect zien we de zee," zei Annie gelukzalig. "Ik verlang ernaar hem weer te zien. Het lijkt wel een eeuwigheid geleden voor we hier voor het laatst waren."
En inderdaad, na een bocht in de weg konden de kinderen de zee zien. Ze stonden stil en staarden naar het schouwspel dat zich voor hen uitstrekte. Daar lag Kirrin Baai. Het water schitterde blauw in de zomerzon. Kleine golfjes dansten heen en weer, en weerkaatsten de stralen van de zon tot waar de kinderen stonden.
"Heerlijk he?," zei Julian. "En hier zullen we drie weken blijven."
"Hoe was jullie vakantie?," vroeg George.
"Best," antwoordde Dick. "We zaten in een huisje in een klein dorpje wat midden in een groot bos lag. We hebben veel gewandeld.
"Nog wat bijzonders gezien?," vroeg George.
"Oh, je moet Annies herbarium zien," antwoordde Julian. "Tjokvol bijzondere planten die ze verzameld heeft."
Maar dat bedoelde George natuurlijk niet.
Julian lachte, en klopte het meisje vriendschappelijk op haar rug.
"Wees maar niet bang," zei hij. "We hebben geen avonturen beleefd."



"Alles was saai."
"Maar wel leuk," antwoordde Annie. "Ik heb in ieder geval genoten. We hebben veel gewandeld."
"Er was een oud huis in de buurt," vertelde Dick. "Een oud bouwval. Maar wees gerust, George, we zijn er niet in geweest."
"Waarom niet?," vroeg George verbaasd. Een oud huis leek haar het einde om te onderzoeken. "Ik zou erin zijn gegaan."
"Er stonden allemaal hekken omheen," antwoordde Julian. "En er hingen borden met 'verboden toegang' en 'gevaar' op die hekken. Dus we zijn eruit gebleven. Waarschijnlijk was er toch niets."
"Nou, je weet dat ik op een nacht dat licht heb gezien," merkte Annie voorzichtig op.
"Licht?," vroeg George met verbazing en nieuwsgierigheid. "Scheen er licht in dat oude huis?"
"Alleen Annie heeft dat licht gezien," zei Julian snel voor Annie kon antwoorden. "Dick en ik denken dat Annie heeft gedroomd. Het kan niet dat iemand midden in de nacht in dat huis zat."
"En waarom niet?," vroeg George. "Je weet heel goed dat wij meer dan eens anders hebben meegemaakt."
"Omdat het huis echt verlaten was," antwoordde Julian. "Er was daar niemand. Niets. Overal stonden die hekken."
"Bovendien hebben we de volgende dag nog naar sporen gezocht, maar we hebben niets gezien," voegde Dick eraan toe. "Annie moet echt gedroomd hebben."
George keek raar. "Ik zou niet zo snel een conclusie hebben getrokken," zei ze. "Annie wat vind jij ervan? Heb je dat licht echt gezien, of niet?"
"Nou, ik weet het niet meer," zei Annie onzeker. Ze vond het gekibbel om haar heen maar niets. "Het was midden in de nacht, en ik had al geslapen. Misschien heb ik het me inderdaad verbeeld. En misschien was het weerkaatsing van iets."
"Hoe zag het licht eruit?," wilde George weten.

"Wit," antwoordde Annie. "Het was heel wit licht. Misschien wel weerkaatsing van de maan. Ik weet het niet meer."
"Ik zoek op of het die nacht volle maan was," zei George. "Tjonge, dat jullie dit mysterie hebben laten lopen."
"Dat hebben we niet!," riep Dick verontwaardigd uit. "We zijn langs het hele hek gelopen. We hebben gewoon niets gezien."
Maar George negeerde Dick's opmerking.
"Annie, in welke nacht zag je het licht?," vroeg ze.
Annie dacht even na.
"Ongeveer vier nachten geleden," antwoordde ze toen. "Ja, precies. Daarna hebben we rond dat hek gewanded. De volgende dag zijn we naar de stad geweest. De dag daarna zijn we wezen zwemmen. En toen was het vandaag."
"Mooi," zei George tevreden.
Ze schudde met haar hoofd.
"Dat jullie dit mysterie hebben laten lopen."
"Ach, wat doet het er ook toe," zei Dick plotseling. "We komen er toch niet meer."
Dat was waar. George beet op haar lip. Dick's opmerking was raak geweest.
"Ik had met jullie mee moeten gaan," zei ze toen koppig. "Ik zei het al toen we nog op school zaten."
"Och, George, hou op," zei Julian. "We zijn weer samen. En we hebben drie hele weken voor ons. Hier, op Kirrin. Pieker niet meer, maar geniet. Wat gaan we morgen doen?"

Maar zijn vraag werd niet beantwoord. George ontdekte ineens dat Timmy verdwenen was.
"Timmy, Timmy!," riep ze terwijl ze ongerust alle kanten uit keek.
Maar daar kwam Timmy al weer aanlopen. Hij zat onder de kleine bloemblaadjes. Hij was onder een struik gekropen dat zijn bloemetjes aan het verliezen was, en de bloemblaadjes ware noveral op hem neer gekomen. Het was een koddig gezicht, die Tim met allemaal witte stipjes. George klopte hem snel af.
"Foei Tim," zei ze tegen hem. "Als mijn moeder je zo ziet, kom je niet meer het huis in."
Maar Timmy luisterde niet. Hij sprong al weer weg. Op naar het volgende dat te ontdekken viel.
De kinderen wandelden ook verder. Het duurde toen niet lang meer voor ze Kirrin Cottage zagen liggen. En de auto van Thomas stond al voor de deur.
"Kijk," wees Julian. "Onze koffers zijn al gearriveerd."

Juist kwam George's moeder met de man naar buiten.
"Kijk, tante Fanny!," riep Annie enthousiast toen ze haar tante zag. "Tante Fanny, we zijn er weer!"
De kinderen begonnen te rennen, en spoedig was het hele groepje bij het huis. De ontmoeting was allerhartelijkst.
"Zo, hebben jullie een fijne tijd gehad, daar in het noorden?," vroeg tante Fanny hun.
"Ja, maar het was wel donker," antwoordde Dick.
"Donker?," vroeg tante Fanny niet begrijpend.
"Ja," antwoordde Julian. "We zaten in een streek waar altijd wat bewolking is. De zon hebben we nauwelijks gezien. En we zaten in een groot bos. Dus vandaar dat Dick het donker heeft gevonden."
"Nou, dan kunnen jullie hier wat zon opdoen," zei tante Fanny. "De zon heeft hier aardig geschenen, en de voorspellingen zijn goed. Maar wat ik dan niet begrijp is dat jullie ouders de zomervakantie in zo'n donker oord doorbrengen."
"Zomers is het meestal toch wel aardig daar," antwoordde Julian. "Maar nu hebben we gewoon pech gehad. Maar u heeft gelijk. Ik snak naar lekker zonnebaden. En bruin worden!"

George's moeder had een heerlijke thee gemaakt. De kinderen waren hongerig na de lange treinreis, en ze genoten van wat allemaal op tafel stond. Tijdens het eten keek Julian naar George's gezicht. Het stond nog steeds een beetje boos. En koppig!
"Raar kind," dacht Julian. "Om zich zo druk te maken om die ruine. We komen toch niet meer bij dat vervallen huis."
Maar daar vergiste hij zich in! De Vijf zouden het oude huis spoedig weerzien. En nog wel eerder dan ze ooit hadden kunnen denken!


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 2:
Een onverwachte wending.

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny