** De Vijf en het verlaten huis - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.
Hoofdstuk 2: Een onverwachte wending.
Hoofdstuk 3: Op weg naar het donkere bos.
Hoofdstuk 4: Vreemde dingen.
Hoofdstuk 5: Bram en Eleor.
Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.
Hoofdstuk 7: Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!
Hoofdstuk 8: In het grote huis.
Hoofdstuk 9: Onderdanen van Bram!
Hoofdstuk 10: Een spectaculaire ontsnapping.
Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?
Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.
Hoofdstuk 13: De ontknoping van alle gebeurtenissen.
Hoofdstuk 14: Het einde


Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.


Haastig schoot het meisje uit bed. Timmy, oh Timnmy! Is alles goed met je?
Ze kon nog net haar overjas meenemen, en toen was ze de kamer al uit. Zachtjes maar haastig sloop ze de trap af, en toen vloog ze naar de keukendeur. Ongeduldig ontdeed ze alle sloten van de deur, en toen was ze buiten. Timmy's hok stond open! George's hart kneep dicht, en ze rende er naar toe. De kop van Eleor kwam nieuwschierig omhoog toen George naar binnen keek. Maar waar was Timmy? Timmy was er niet! Het meisje keek nog eens goed. Maar Timmy was werkelijk weg. Oh nee! Wat was er gebeurd? Hij zou toch niet ontvoerd zijn?
Opeens hoorde het George geritsel. Het klonk vanuit een bosje niet ver weg. Het meisje rende er naar toe. Ze maakte een bocht om een paar struiken, en toen zag ze ineens niet ver weg twee gestalten lopen: een grote en een kleine. De grote gestalte droeg iets wat heel groot was, en slap in zijn armen hing. Haar Timmy!
George's keel kneep dicht. Ze wist niet wat ze moest doen. Onwillekeurig bleef ze de twee gestalten volgen en sloop zacht van struik naar struik.

De kleine gestalte moest vast Bram zijn. Het meisje herkende hem nu aan zijn postuur. Maar wie was die grote? En wat deden ze met haar Tim? En wat was er met hem gebeurd? Hij lag zo slap in de armen van de man, dat George heel erg bang was. Oh, als haar Timmy nog maar leefde!
De twee gestalten liepen in de richting van 'Zonnehoven'. Ze namen niet de weg, maar liepen dwars door het bos. George bleef hen volgen. Ze probeerde zo zacht mogelijk te doen, maar toch kon ze niet helpen dat af en toe wat dorre bladeren onder haar voeten ritselden, of dat een takje zacht afbrak. Ze hoopte dat de andere twee het niet hoorden.
Daar kwamen ze bij het hek dat rondom 'Zonnehoven' liep. De man en de jongen liepen een stukje langszij het hek, en toen bleven ze staan. De jongen bukte zich, en rommelde aan het hek. George zag een opening verschijnen. Toen kropen de de man en de jongen met de hond door de opening in het hek. Achter hen deed de jongen het hek zorgvuldig weer dicht.

George beefde. Ze was woedend. Te zien hoe die twee gluiperds er zo met haar Timmy vandoor gingen! Toen de twee verder waren gelopen, was George snel bij het hek. In een ommezien had ze het open en kroop er ook doorheen. Toen ging ze vlug de anderen achterna. Maar die waren niet ver doorgelopen. De man was gebukt, en had Timmy op de grond neergelegd. Nu kwam hij weer omhoog.
"De hond zal zodirect wel bijkomen," hoorde George hem tegen de jongen zeggen. "Nu, denk erom dat hij zijn taak voldoet. We rekenen op je."
"Ja, oom," antwoordde Bram bedeesd.
George zat achter een paar lage struiken, en bespiedde het tweetal. Ze was opgelucht dat Timmy niet dood was. Alleen verdoofd. En hij zou spoedig bijkomen! Nu, dan zou ze hem wel roepen, en dan zouden ze zich met zijn tweeën vlug uit de voeten maken. Ze hoefde alleen maar te wachten tot de hond weer bijkwam.
De grote man verwijderde zich. George keek hem na. Bram had hem 'oom' genoemd. Dus dat was de oom van Bram. Het leek George geen prettige vent. Ze vond het zielig dat de jongen bij zo'n man moest leven.

Bram zelf was bij Timmy achtergebleven. Hij streelde de grote hond die nog steeds roerloos op de grond lag liefdevol. George kreeg tranen in haar ogen toen ze het zag. Die arme Timmy! Ze overlegde bij zichzelf of ze niet nu al naar haar geliefde hond moest gaan. Maar ze besloot nog even te wachten. Beter kon Timmy, zodra hij weer bij kennis was, naar haar sprinten. Hij kon harder rennen, en dan hadden ze een voorsprong. Dus wachtte George ongeduldig tot de grote hond weer zou bewegen. Geknield bij Timmy, en strelend over zijn vacht wachtte Bram ook op dat moment.

Het duurde gelukkig niet lang. Ineens ging er een schok door de hond heen. Hij hief zijn kop op, en verbaasd spitste hij zijn oren.
"Ssst," zei Bram en hield een vinger tegen zijn lippen. "Wees stil Tim."
Maar Timmy was onrustig. Waar was hij? Wat was er gebeurd? Waar was George? Hij hief zijn neus in de lucht en snufte. Tot zijn grote vreugde kon hij zijn bazin ruiken. Ze was niet ver weg!
Direct ging Tim op allevier zijn poten staan, en sprintte weg. In de richting waar hij George had geroken. Hij wilde bij zijn bazin zijn, nu! Tim was nog wat suf en hij liep onvast, maar niets ter wereld zou hem ervan weerhouden naar zijn geleifde bazin toe te rennen!
Bram schrok geweldig toen de hond opeens wegrende. "Blijf hier, Tim!" riep hij verschrikt. Vlug krabbelde hij overeind en rende de hond achterna.
Toen Tim George eindelijk had bereikt, liet hij een korte, vreugdevolle blaf horen. Hij was weer bij zijn bazin! Maar toen zonk hij neer. De verdoving was nog niet helemaal uitgewerkt, en het korte rennen had hem duizelig gemaakt. George knielde haastig bij haar hond neer. Daar was ook Bram. Hij was verbaasd het meisje te zien.

"Jij hier?," vroeg hij. "Wat doe je in mijn rijk? Ik heb jou geen toestemming gegeven hier te zijn."
"Wat doe jij met mijn hond?," vroeg George bits terug. "Daar heb ik jou geen toestemming voor gegeven."
Bram knielde ook bij Timmy neer.
"Ik heb hem nodig," legde hij uit hij terwijl hij Tim's vacht streelde. "Het rijk moet worden bewaakt."
George ging daar verder niet op in.
"Was dat je oom?," vroeg ze terwijl ze met haar hoofd in de richting waarin de man was verdwenen wees.
De kleine jongen knikte. "Hij heeft Timmy opgehaald, want hij vindt ook dat het land moet worden bewaakt. Hij weet niet dat het Timmy is. Ik heb hem verteld dat jullie Eleor opgesloten hadden, en hij is hem komen halen. Wanneer Eleor weer beter is, krijgen jullie Timmy weer terug. Maar nu hebben wij hem nodig. Zeker nu, nu we bezig zijn met onze geheime operatie."
George spitste direct haar oren. "Geheime operatie?," vroeg ze. "Bram, wat gebeurt hier allemaal? Is het strafbaar?"
De kleine jongen schudde met zijn hoofd.

"Wat de geheime operatie inhoudt, kan ik je niet vertellen," antwoordde hij. "Jij bent geen onderdaan van mijn rijk. Maar strafbaar is het niet. Dit is mijn rijk, en hier bepaal ik de wet."
George schudde ongelovig met haar hoofd.
"Bram, dat kan toch niet waar zijn," zei ze tegen de kleine jongen. "Dit gebied is gewoon onderdeel van ons eigen land. Je bent geen koning. Je bent gewoon een jongen. En hier gelden de gewone wetten die in heel ons land gelden."
Bram hief waarschuwend zijn vinger voor zijn mond.
"Wees toch stil," waarschuwde hij George fluisterend. "Bedenk dat je hier illegaal bent. Ik kan je het land uitzetten als ik dat wil. Maar ik heb besloten dat je mag blijven. Maar dan moet je me wel helpen."
"Ik? Helpen? Ik ga geen illegale dingen doen," antwoordde George meteen.
Bram schudde met zijn hoofd.
"Je snapt het nog niet," zei hij. "Je bent nu in mijn land. En ik bepaal hier de wetten. Als je gewoon doet wat ik zeg, bega je geen overtreding. Maar als je niet doet wat ik zeg, dan ben je ongehoorzaam aan de koning, en dan zal mijn oom je vreselijk straffen. Nu, wat doe je?"

George kon haar oren niet geloven. Maar ze wist wel dat Brams oom niet blij zou zijn als hij haar hier zou ontdekken. Hier gebeurde iets. George wist nog niet wat. Maar hier voerde Brams oom iets uit. Aan haar voeten liet Tim een diepe zucht. Bezorgd keek het meisje naar beneden. Tim was nog steeds niet in orde. Ze kon zich maar het beste inhouden, en Brams bevelen opvolgen.
"Nu, wat moet ik doen," zei ze.

In haar slaapkamer in 'Sterrehoven' werd Annie woelend wakker. Ze had een onrustige droom gehad en verschrikt opende ze haar ogen. In de kamer was alles stil. Het meisje voelde haar hart bonken, maar langzaam werd het gebonk minder terwijl de rust van de kamer op haar inwerkte. Gelukkig, ze was blij dat ze wakker was geworden. Wat een nare droom was dat geweest.
Maar terwijl Annie steeds wakkerder werd, begonnen de gebeurtenissen van de afgelopen dag in haar gedachten terug te komen: Oom Quentin die ziek was. Het feit dat ze morgen het huis moesten verlaten. Bram, met zijn gekke ideeen. Eleor die gewond was geraakt. Lieve help, wat een vreemde dag was dat geweest!

Annie dacht aan Bram. Wat een vreemde jongen was het toch! Met zijn ideeën dat hij koning was. Koning van de 'Zonnehoven'. Dat rare huis dat zo afgesloten was. In de hele afgelopen vakantie die ze hier met haar ouders had doorgebracht, had het huis haar niet geïnteresseerd; maar nu ze hier opnieuw was, dook het ineens steeds vaker op. Ze herinnerde zich het licht dat ze in haar vorige vakantie had gezien. Toen hadden haar broers haar nog uitgelachen, en zelf had ze ook gedacht dat ze had gedroomd. Maar nu was ze daar niet meer zo zeker van.

Was het huis wel zo leeg? Maar aan de andere kant: als er inderdaad mensen in het huis waren, mensen die bezig waren met illegale dingen, dan zouden die mensen Bram met zijn gekke ideeën vast niet hebben geaccepteerd.
Maar het was wel vreemd. Jammer dat ze niet hadden uitgevonden waar de jongen woonde. Hij was vanmiddag ook ineens weg geweest. Hij had geen ouders meer, had hij verteld. Hij woonde bij zijn oom. Grinnikend herinnerde Annie zich dat hij zijn oom ook een van zijn onderdanen had genoemd. Hoeveel onderdanen had hij ook al weer? Annie dacht dat het wel een aantal moest zijn. Maar ineens herinnerde ze zich dat Bram op de open plek had verteld dat hij maar één onderdaan had. Eén onderdaan. En drie soldaten. Hoe zat dat? En opeens herinnerde Annie zich nog iets anders: Bram had verteld dat die drie soldaten die ene onderdaan bewaakten! Duidelijk kon Annie zich dat nu herinneren.

Het meisje werd erg angstig en opgewonden. Hier was iets niet pluis! Dat moest ze aan de anderen vertellen.
"Hee, psst, George!," fluisterde ze vanuit haar bed naar het bed aan de andere kant van de kamer. Word eens wakker!
Maar er kwam geen antwoord. Annie hief haar hoofd op, en zag dat het bed aan de andere kant leeg was. Leeg! Annie had George niet weg horen gaan. En ze was inmiddels al een hele poos wakker. Dus George moest al heel lang weg zijn. Waar was ze naar toe?
Opeens werd Annie erg bang. In paniek stond ze van haar bed op en rende de kamer uit, naar die van de jongens.
"Julian, Dick!," fluisterde ze dringend. "George is weg!"

Julian en Dick werden niet direct wakker. Annie moest hun eerst flink door elkaar schudden.
"Wat is er?," vroeg Julian slaperig. "Oh, ben jij het, Annie. Is er wat aan de hand?"
"George is weg!," antwoordde Annie. "En al een hele poos. Ik ben al een tijdje wakker, en ze is niet teruggekomen."
Het duurde nog even voordat de jongens voldoende wakker waren om het bericht te begrijpen.
"George weg?," vroeg Dick toen. "Maar waar kan ze dan heen zijn?"
"Misschien is ze bij Timmy," opperde Julian die zich herinnerde dat Tim in zijn hok had moeten slapen. "Misschien kon ze zonder Timmy niet slapen en is ze in zijn hok gaan liggen."
Het bleef stil in de kamer.
"Kom, we zullen gaan kijken," zei Julian terwijl hij overeind kwam. "Als George inderdaad in Tim's hok ligt, kan ze een flinke verkoudheid oplopen. Zo warm is het nu ook weer niet buiten."
Hij stapte uit zijn bed en trok zijn kamerjas aan. Gevolgd door Annie verliet hij de jongenskamer.

In het donker liepen de twee kinderen voorzichtig de trap af. Julian was verbaasd toen hij beneden zag dat de deur naar de keuken wijd openstond. En de achterdeur ook al! Dit zag er niet bepaald goed uit! Hij stak zijn hand uit naar Annie, en gebaarde haar dat ze weer naar boven moest gaan. Stil liep het kleine meisje weg. Ze was opgelucht dat ze niet nog langer door het donkere huis moest sluipen.
Op zijn hoede ging Julian verder. Hij liep de keuken door en ging toen door de achterdeur naar buiten. De deur van het hondehok was ook al open. Voorzichtig liep Julian erop af. Hij was verbaasd daar alleen Eleor aan te treffen. Timmy was weg. En van George was ook geen spoor. Hoofdschuddend sloot Julian het hondehok, en ging weer het huis in. Hij sloot de keukendeur achter zich dicht, en ging toen weer naar boven. Boven, in zijn kamer, wachtten Dick en Annie op hem. Ze waren beide heel nieuwsgierig te horen wat hij had ontdekt.

Julian deed hen zijn verhaal, en de twee waren verbaasd.
"George is misschien met Timmy gaan wandelen," zei Dick. "Maar wat slordig om dan alles zo open te laten!"
"Een wandeling midden in de nacht!," zei Julian. "Waarom zou George met Timmy midden in de nacht willen wandelen? We hebben gisteren een uitgebreide wandeling gehad!"
"Misschien was ze verdrietig," opperde Annie. "Misschien omdat haar vader hier morgen weg moet. Misschien wilde ze even met Timmy alleen zijn."
"Maar midden in de nacht?," vroeg Julian twijfelend.
Hoe de kinderen ook nadachten. Ze konden geen antwoord vinden. Ze bleven wakker, hopend dat George spoedig terug zou komen. Maar George kwam niet terug. Uiteindelijk brak de dag aan. Het werd al licht buiten, en nog steeds was George niet teruggekeerd. De drie kinderen waren nu echt ongerust. Waar zou ze zitten?

"Laten we nog eens buiten gaan kijken," stelde Julian voor toen het buiten al goed licht was. "Ik voel er niet veel voor tante Fanny te belasten met het nieuws dat George weg is. Ze heeft al genoeg aan haar hoofd met oom Quentin. Laten we eerst zelf nog eens goed rondkijken. Misschien heb ik vannacht iets over het hoofd gezien, en kunnen we nu uitvinden waar George is. Het is nu ook licht buiten. Kom, dan kleden we ons aan, en gaan we alledrie naar buiten."
Dat was een goed idee. De drie kinderen trokken hun kleren aan en slopen toen de trap af. De achterdeur was dicht, want Julian had hem vannacht weer dicht gedaan. Maar hij had de deur niet op slot gedaan, zodat George binnen had kunnen komen. Nu deed Julian de deur weer open.

Als eerste liepen de drie kinderen naar de hokken. Eleor lag daar nog steeds. Ze hoorde de drie kinderen aankomen en begroette hen al kwispelend.
"Ha Eleor," zei Annie vriendelijk, en streelde de hond. "Goedemorgen. Hoe is het met je?"
Julian keek nadenkend naar haar.
"Ik denk dat George gewoon met Timmy is gaan wandelen," zei hij tenslotte. "Denk maar na. Als hier een vreemde was geweest, waren de honden vast gaan blaffen, en dan hadden wij ze ook gehoord. Maar we hebben niets gehoord. En alleen George en Timmy zijn weg. Nee, ze zijn vast gaan wandelen."
"Maar waarom zijn ze dan nog niet terug?," vroeg Annie.
Dat was een moeilijke vraag. De drie kinderen werden toch weer wat ongerust. Ja, waarom was George nog niet terug?

"Kijk eens!," zei Dick ineens. Hij was wat verderop gelopen en riep naar Julian en Annie die nog bij Eleor stonden. "Hier! Kijk, een heleboel afgebroken takken. En voetstappen in de grond."
Julian en Annie kwamen vlug aanlopen.
"Ja, inderdaad," zei Annie. "Van wie zouden die kunnen zijn?"
Julian knielde direct neer en bestudeerde de afdrukken in de zachte modder.
"Het zijn verschillende voetstappen," zei hij na een poosje. "Minstens drie verschillende. Kijk maar: een grote, een kleinere, en een nog kleinere."
"Maar de afgebroken takken zijn vers," wees Dick. "Dit moet van vannacht zijn. En kijk, verderop zie ik ze ook. Kom, laten we het spoor volgen."

In het grote huis werd tante Fanny een half uurtje later wakker. Ze had een enorme hoofdpijn, en een vervelend gevoel over zich. Ze vroeg zich af hoe dat kwam. Maar direct daarna wist ze het weer. Natuurlijk! Vandaag moesten ze dit huis verlaten! En haar man was ziek. Waar moest ze met hem heen?
Naast haar draaide oom Quentin zich op zijn andere zij. Hij was nog vast in slaap. Tante Fanny glimlachte. Gelukkig maar. De slaap zou hem goed doen. Het was ook nog heerlijk rustig in huis. De kinderen hielden zich netjes. Tante Fanny vouwde haar handen achter haar hoofd en bleef even liggen, genietend van de rust. Haar hoofdpijn zakte iets. Maar ze kon niet te lang blijven liggen. Ze moesten vertrekken vandaag! Er was een hoop werk te doen.

Toen tante Fanny beneden kwam, verbaasde het haar het huis leeg aan te treffen. Maar ze zag dat de achterdeur van het slot was.
"Oh, de kinderen zijn naar buiten gegaan," bedacht ze met een glimlach. Nu, dat was goed. Dan kon haar man geen last van ze hebben. Ze zette water op voor de thee, en keek rond naar het brood. Ze zou vast het ontbijt gaan klaarmaken. De kinderen zouden vast hongerig zijn als ze terugkwamen.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 7:
Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny