** De Rode Steen - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Een roep om hulp
Hoofdstuk 2: Bij kabouter Rompelpot
Hoofdstuk 3: De ruine van Abaron
Hoofdstuk 4: Het vrouwtje bij het vuur
Hoofdstuk 5: Het antwoord van de blauwe bloemen
Hoofdstuk 6: Terug uit de ruine
Hoofdstuk 7: Op weg naar de heks - een nare ontdekking
Hoofdstuk 8: Bij de heks Ziggara
Hoofdstuk 9: Ziggara is boos op de elfjes
Hoofdstuk 10: Een gast voor Ziggara
Hoofdstuk 11: Wat is de Rode Steen?
Hoofdstuk 12: Joris en Resi in het nauw
Hoofdstuk 13: Gevlucht!
Hoofdstuk 14: Voor de tweede keer in de ruine van Abaron
Hoofdstuk 15: Toverkracht van de blauwe bloemen
Hoofdstuk 16: Ontmoeting in het bos
Hoofdstuk 17: Te gast bij de elfjes
Hoofdstuk 18: Terug naar Ziggara
Hoofdstuk 19: Het huisje van kabouter Rompelpot
Hoofdstuk 20: Opnieuw de Rode Steen
Hoofdstuk 21: Gebeurtenissen in de nacht
Hoofdstuk 22: Voor de derde keer in de ruine van Abaron
Hoofdstuk 23: Een schok voor Joris en Resi
Hoofdstuk 24: Achter kabouter Rompelpot aan
Hoofdstuk 25: In de Groene Vallei
Hoofdstuk 26: Voor de laatste keer Ziggara
Hoofdstuk 27: Bij de geitenhoeder
Hoofdstuk 28: Met Bart in de bergen
Hoofdstuk 29: De spelonk
Hoofdstuk 30: Waar is kabouter Rompelpot?
Hoofdstuk 31: Kabouter Grisius
Hoofdstuk 32: Hard werken
Hoofdstuk 33: Op het nippertje!
Hoofdstuk 34: Het einde
Hoofdstuk 35: Slot


Hoofdstuk 10: Een gast voor Ziggara


Die avond, toen ze als vanouds in de voorkamer zaten te kaarten, en de heks elke keer weer won, ging de voordeurbel.
"He, wie zal je daar zo laat op de avond nog hebben?" zei de heks verbaasd. "Enfin, ik zal eens gaan kijken. Kijk kinderen, ik zou dit spel toch ook weer gewonnen hebben."
De heks legde haar kaarten open op tafel, en slofte toen naar de gang. De twee kinderen keken naar de kaarten van de heks en waren al lang niet meer verbaasd dat alle goede kaarten weer bij haar zaten. Ze legden hun eigen kaarten ook maar op tafel. Dit spelletje werd niets meer. Resi maakte van de kaarten een mooie stapel.

Een paar minuten later kwam de heks de kamer weer binnen. Maar ze was niet alleen. Achter haar liep een al wat oudere man.
"Kijk, kinderen," zei de heks tegen Joris en Resi, "dit is Manuel."
De twee kinderen keken naar de man. Manuel was een wat lange man van middelbare leeftijd die net oud aan het worden was. Op zijn kalende hoofd waren zijn haren zwart en lang. Het maakte dat hij er vreemd uit zag. Maar het meest opvallend waren zijn ogen. Die waren merkwaardig koud. Resi kreeg er rillingen van toen ze er naar keek. De kinderen mochten de man meteen niet. Maar hij scheen een goede bekende van de heks te zijn.
"Ga hier maar zitten," zei de heks tegen de man, en wees de vierde leunstoel in de kamer aan, die nog leeg was. "Resi, kan jij wat drinken maken voor onze gast?"
Resi vluchtte naar de keuken. Het meisje was blij dat ze de man kon verlaten. Ze ging aan de slag met het drinken. Terwijl ze weg was babbelde heks in de kamer met de man over koetjes en kalfjes. Joris die was achtergebleven, luisterde geinteresseerd.

Hij hoorde dat de man een gemene tovenaar was die ergens in het zuiden woonde. Daar heerste hij over het rijk Ivanar. Er woonden daar mensen, maar die werden door de tovenaar onderdrukt. De tovenaar vertelde zo het een en ander over wat in zijn rijk gebeurde en het klonk allemaal heel wreed en eng. Joris was blij dat Resi het niet hoorde.
Daar was het meisje weer terug met het drinken. Ze had voor iedereen kruidenthee gemaakt. Ze deelde de thee uit en ging zitten op haar stoel, die gelukkig het verst weg van de man stond.
"Zo," zei de heks toen iedereen een slokje van zijn thee had genomen, en ze boog zich over naar haar gast. "En waarmee kan ik u van dienst zijn."
"Ik hoorde dat u in glimstenen handelt," antwoordde de man haar. "En ik zou daarvan graag wat willen kopen. Ik heb ze altijd willen hebben, maar tot nu toe kon ik er nooit aan komen."
"Hehe," lachte de heks met een gemeen lachje. "Dat klopt. Maar nu ligt de markt open. Hoeveel had u gehad willen hebben? En welke grootte?"

De man grabbelde in zijn zakken en haalde een lijst tevoorschijn dat hij thuis had opgesteld.
"Kijk, dit wil ik hebben," zei hij terwijl hij de lijst aan de heks overhandigde.
De heks nam de lijst van de man aan en keek het door.
"Zo!" zei ze verbaasd. "Dat is nogal wat."
"Ik moet heel mijn paleis verlichten," antwoordde de man met een schouderophalen. "Maar ik zal u goed betalen. Wat vraagt u ervoor?"
"Oh, over de prijs zullen we het wel eens worden," zei de heks terwijl ze listig naar de man keek. Toen keek ze weer terug op de lijst. "We zullen nu meteen naar mijn voorraadgrot gaan. Dan kunt u daar de stenen uitzoeken. Ik vrees dat ik nog niet alles heb, want het is een hele grote bestelling die u hier doet. Maar als u nu uitzoekt wat u wilt hebben, zorgen wij voor de rest."

De heks stond op. Resi en Joris keken elkaar aan. Zouden ze meegaan? Joris knikte van ja. Dus stonden ze allebei ook op. Ze zouden meelopen. Ze waren alle twee nieuwsgierig naar de glimstenen van de heks en wilden graag de grot zien waar de heks haar voorraad hield. De vrouw vond het kennelijk goed, want ze zei er niets van. Ze liep naar de voordeur van het huisje, en de man en de kinderen volgden haar.
Buiten was het al donker geworden. De heks sloeg het pad in dat naar het bos leidde. Het bos was donker, maar de heks had een lantaarn meegenomen waarin een glimsteen brandde; en die verlichtte de weg. De vrouw liep voorop met Manuel, en Resi en Joris volgden. De jongen en het meisje hadden elkaars hand vastgepakt. Ze vonden het best wel eng.

Het was een klein stukje lopen. Toen stopte de heks bij een groot rotsblok dat helemaal massief leek. De kinderen vroegen zich af hoe het nu verder ging. Ze zagen dat Ziggara voor het rotsblok ging staan, en de rots aanraakte. Toen prevelde de vrouw enkele woorden, en plotseling spleet de rots open. Resi deinsde achteruit. Dit had ze niet verwacht! Maar Joris had haar hand vast en hield haar bij zich. Nieuwsgierig keken de twee kinderen toe. Er was een gang zichtbaar geworden. Ziggara scheen erin met haar lantaarn.
"Volgt u me maar," zei de heks tegen Manuel.
De heks en de man, en ook Joris en Resi gingen de gang binnen. De lantaarn van de heks kwam nu helemaal goed van pas, want het was in de rotsgang donker. De vrouw leidde hen voort.
Ze liepen een klein stukje en toen kwamen ze weer bij een stuk massief rots. Ook hier raakte de heks het rotsgesteente aan en prevelde enkele woorden. En ook hier spleet de rots op haar wil open.

Maar hoe anders was het dit keer! Een fel licht kwam door de spleet de gang in. En dat licht werd steeds feller naarmate de spleet groter werd. Het was alsof het aan de andere kant dag was. De vier mensen knipperden met hun ogen. Ze moesten even aan dit licht wennen. Toen Joris en Resi eindelijk wat konden zien, zagen ze waar het licht vandaan kwam. Daar, aan de andere kant van de rotswand lagen duizenden en duizenden glimstenen opgeslagen. In grote hopen lagen ze daar in een grot die kennelijk als voorraadgrot diende: glimstenen in allerlei maten, keurig gesorteerd naar grootte. En de twee kinderen zagen de elfjes! Figuurtjes net als Esmeralda die hard aan het werk waren. De elfjes trokken wagentjes waarmee glimstenen naar binnen werden gebracht, en ze legden de stenen van de wagentjes op de juiste stapels.
Plotseling zagen de elfjes de heks en de kinderen, en ze schenen te schrikken. Vlug verdwenen ze allemaal. Binnen korte tijd waren de vier mensen alleen in de grot. Maar een van de elfjes had bij het omdraaien Resi recht in de ogen gekeken, en Resi was geschrokken. De blik van het elfje was zo vol verdriet geweest dat het meisje diep was geraakt. Maar tijd om daarover na te denken had ze niet.

Manuel was ook onder de indruk. Maar dan van de glimstenen die hij in de grot zag.
"Goh zeg, dit is fantastisch," zei hij met bewondering terwijl zijn hebberige ogen de grot rondkeken. "En dat allemaal hier. Wat een licht!"
"Welke stenen had u gehad willen hebben?" vroeg de heks zakelijk aan de man. Ze ging niet in op zijn bewondering.
Manuel ging de grot binnen, en liep langs de verschillende stapels. Hij haalde zijn lijst tevoorschijn, en zocht uit welke glimstenen bij zijn wensen pasten. De heks en de kinderen wachtten geduldig.
Tenslotte draaide de man zich weer naar de heks om.
"Ik wil graag een paar van deze hier," zei hij tegen haar, terwijl hij naar een stapel wees. "En van deze. En van die."
De heks knikte. Ze bracht twee vingers naar haar mond, en floot toen hard en schel. Meteen kwamen twee elfjes binnengelopen. Achter zich trokken ze een kar die helemaal leeg was. Joris en Resi keken naar de elfjes en probeerden hun blik op te vangen. Maar de twee elfjes keken niet naar de kinderen. Wezenloos keken ze voor zich uit.

"Elfjes," gebood de heks de twee. "Bedien onze gast. Laad de stenen op die hij uitkiest."
De man begon met aanwijzen, en de twee elfjes gingen aan het werk. Steeds pakten ze van de stapels de stenen die de man wenste, en legden ze dan op de kar. Het was zwaar werk, en de kinderen waren verbaasd dat de elfjes de stenen konden blijven tillen. Ze moesten wel heel sterk zijn!
Ze stonden daar met de heks toe te kijken. Plotseling zag Resi bij een van de twee elfjes een traan over haar wang biggelen. Op dat moment schaamde het meisje zich heel erg. Het was niet eerlijk dat zij stond toe te kijken, en die tere wezentjes daar zo dat zware werk moesten doen! Maar het meisje besefte dat ze nu niets kon doen. Ze mocht zichzelf en Joris niet bij de heks verraden!
Toen de elfjes alle glimstenen opgeladen hadden, ging het hele groepje weer terug door de gang. Dit keer hadden ze de lantaarn van de heks niet echt nodig. De stenen op de kar gaven zo veel licht dat de gang, die op de heenweg zo donker was geweest, hel als de dag was. En iedereen kon goed zien.
Even later waren ze weer terug in de buitenlucht. Daar gingen ze verder door de het bos. Het werd nu moeilijk met de kar want die schudde regelmatig over het ongelijke bospad. De stenen zouden er vast van af gerold zijn als de heks aan het begin niet een toverspreuk had uitgesproken. Nu bleven de stenen rustig liggen. Maar de spreuk kon niet verhelpen dat de twee elfjes hard moesten werken om de kar over elke heuvel en door elke kuil in de weg heen te krijgen. Ze zwoegden en zwoegden, en de kinderen hadden veel medelijden met ze.

Toen ze bij het huisje van de heks kwamen, werd de kar naar het schuurtje gebracht en daar neergezet. Toen waren de elfjes klaar, en met hun gazen vleugeltjes vlogen ze door het bos terug naar de grot. Al die tijd hadden ze geen woord gezegd. Niet tegen de heks en niet tegen de kinderen. Natuurlijk, bedachten de kinderen met schrik, ze waren immers hun stem kwijt! Wat vreselijk! Wat erg voor die wezentjes!
Joris en Resi werden nu naar bed gestuurd. Kennelijk wilde de heks ze niet meer om hun heen hebben. De kinderen gehoorzaamden. Terwijl de jongen en het meisje naar boven liepen, hoorden ze nog net hoe de heks Manuel uitnodigde voor een spelletje kaart in de woonkamer. Joris en Resi glimlachten toen ze dit hoorden. Dat was vast hetzelfde spelletje als dat zij elke avond met de heks speelden. De kinderen waren benieuwd wie nu zou winnen. De heks opnieuw? Of misschien dit keer toch de tovenaar?
Ze liepen verder naar boven. Maar plotseling bleef Joris op de trap stilstaan. Hij had een idee gekregen!
"Wacht even," fluisterde hij opgewonden tegen Resi. "Ik heb een plan. In het bos heb ik stenen gezien die op glimstenen lijken, maar het niet zijn. Die ga ik halen en dan met de glimstenen omwisselen. Dat zal die tovenaar leren! Morgen, als het dag is, zie je geen verschil omdat de glimstenen dan uit zijn. Manuel zal ver weg zijn als hij het ontdekt. En dan heeft hij in Ivanar lekker nog steeds geen licht."

Resi schrok.
"Maar, wat als de heks je snapt?" vroeg ze angstig aan Joris. Het meisje vond het idee maar niets.
"Dat riskeer ik," antwoordde Joris dapper. "Die man mag geen glimstenen krijgen. Hij is gemeen en onderdrukt mensen. Als ik nu de mogelijkheid heb te verhinderen dat hij glimstenen krijgt, dan moet ik dat doen."
"Maar, Ziggara zal het doorhebben," zei Resi angstig.
"De heks is druk met hem bezig," antwoordde Joris fluisterend. "Ze zal niets doorhebben. Juist nu is het de perfecte tijd."
"Kijk, Resi," ging de jongen verder. "Als jij nu in het gangetje hier beneden blijft. En de twee in de woonkamer in de gaten houd. Dan glip ik naar buiten. Waarschuw me als je de heks in de woonkamer hoort opstaan, dan vluchten we samen naar het bos. OK?"
Resi knikte. Ze wist dat ze Joris niet van zijn idee af kon brengen. En eigenlijk vond ze het ook wel een goed plan. Net goed voor die nare Manuel. Maar het was nog steeds eng!
De twee kinderen gingen de trap weer af. Ze probeerden eerst de buitendeur. Die was gelukkig nog open!
"Goed zo," zei Joris tevreden terwijl hij de deur verder opende. "Nu, Resi, kom naar me toe als je onraad hoort. Maar ik denk niet dat er wat zal gebeuren. Luister eens hoe heerlijk de heks en de tovenaar zitten te keuvelen."
De twee kinderen luisterden. Van binnen in de woonkamer, klonken de geluiden van een geanimeerd gesprek. Joris glipte door de deur naar buiten.
"Houd hem op een kier," fluisterde hij nog naar Resi. "Dan kun je altijd weg."
Resi knikte. Toen was de jongen verdwenen.
Resi ging in het halletje bij de deur van de voorkamer staan en hield zich stil om in de gaten te houden wat daar binnen gebeurde.

Dat was eigenlijk heel wat! De heks en Manuel hadden een heel gesprek met elkaar. Ze hadden niet door dat daar in de gang een meisje stond mee te luisteren. Het was ook niet Resi's bedoeling geweest om het gesprek af te luisteren, maar omdat ze in de gaten moest houden wat in de woonkamer gebeurde, kon ze niet helpen dat ze alles hoorde wat werd gezegd. Resi kwam iets heel belangrijks te weten.
De heks en de man hadden het over een steen. 'De Rode Steen', noemden ze het. Uit het gesprek begreep Resi dat deze steen ooit de oorzaak was geweest dat de man niet in dit gebied had kunnen komen. En nu plotseling kon hij dat wel! Manuel was verbaasd en nieuwsgierig. Resi hoorde hem aan de heks vragen of zij wat met die steen had gedaan. Het leek hem namelijk niet toevallig dat nu hij eindelijk hier kon komen en glimstenen kon kopen, hij dat bij haar moest doen! Had de heks hier misschien zelf voor gezorgd? Gespannen luisterde Resi naar het antwoord van de vrouw. Ze was heel benieuwd! Maar helaas voor haar bleef de heks vaag. Ze wilde de tovenaar niet vertellen of ze iets met de steen had gedaan. Maar de tovenaar gaf zich niet zo snel gewonnen. Hij bleef aandringen. Maar helaas gaf ook de heks zich niet gewonnen. Ze vertelde niet waar de steen nu was. En of hij nog bestond of dat hij kapot was. Ze vertelde eigenlijk alleen dat de kracht van de steen nu niet meer bestond, en dat zij nu heerser van dit gebied was.

Toen Manuel dit hoorde, haastte hij zich meteen te zeggen dat hij hoopte op een goede samenwerking. Hier sprong de heks handig op in door te vragen wat Ivanar voor haar kon betekenen. Waarschijnlijk had ze dit gesprek al aan zien komen! Er volgde een periode van onderhandelingen, dat het meisje maar half volgde. Maar dat was ook niet nodig. Ze wist dat dit er niet toe deed. Maar dat andere, dat verhaal over die Rode Steen wel! Dat wel! Resi beefde, want ze besefte dat ze een stukje van de puzzel had opgelost. Die Rode Steen! Die was er de oorzaak van dat de heks hier had kunnen komen en de macht hier overgenomen had. De heks had iets met die Rode Steen gedaan, zodat zijn kracht nu niet meer bestond. Dat moest weer ongedaan worden gemaakt! De kracht van de Rode Steen moest weer terugkomen in dit gebied! Als het nog kon, trouwens. Resi hoopte van wel. Maar dit was de sleutel tot de oplossing! Daar moesten zij en Joris achterheen.

In de tussentijd had Joris buiten hard gewerkt. De jongen had de glimstenen in de schuur omgewisseld voor normale, grijze stenen uit het bos. Dat was nog een flink karwei geweest, want Manuel had heel veel besteld. Gelukkig lag de plek waar de normale stenen lagen, niet ver van de boerderij. Toch had het Joris nog een flinke tijd gekost om de stenen te halen, ze om te wisselen voor de glimstenen en de glimstenen daarna terug te brengen naar het bos. De schuur werd donkerder en donkerder naarmate hij met zijn karwei vorderde. Steeds meer glimstenen werden verruild voor normale stenen. Joris hoopte dat niemand dat zou zien. De glimstenen gaven op zijn weg door het bos ook nog eens vervelend veel licht. Dat was heel gevaarlijk. Zeker het eerste stukje van het huisje van de heks tot aan de bosrand. De heks hoefde alleen maar uit haar raam te kijken om hem te zien! Joris liep steeds met kloppend hart.
Toen opeens stond Resi naast hem.
"De heks is opgestaan," zei ze ademloos tegen Joris. "Wat doen we?"
Joris bedacht zich geen moment, maar sloot de deur van de schuur.
"We gaan het bos in," zei hij tegen het meisje terwijl hij in de richting van het bos knikte. "Het is vast te laat om nu nog naar de zolder te gaan, niet?"
Het meisje knikte bevestigend, maar ze zei niets. Ze beefde.
Joris pakte haar bij de hand. "Kom mee," zei hij tegen haar.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 11:
Wat is de Rode Steen?

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny