** De prinses en het meisje van de straat - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: De aankomst van de koning
Hoofdstuk 2: Een brutale poging
Hoofdstuk 3: In het paleis
Hoofdstuk 4: Verraad in de nacht
Hoofdstuk 5: Ontsnapt! Maar weer gevangen genomen.
Hoofdstuk 6: Bij de rovers
Hoofdstuk 7: De kluizenaar
Hoofdstuk 8: Gescheiden van Aralyssia!
Hoofdstuk 9: Bij de heer Vanark, en het begin van een plan!
Hoofdstuk 10: Een schrik voor Myrra
Hoofdstuk 11: Weer terug bij de rovers: een tijd van leren
Hoofdstuk 12: Het gaat beginnen!
Hoofdstuk 13: Op stap met Petrol
Hoofdstuk 14: Gebeurtenissen in het bos
Hoofdstuk 15: Spionageplannen
Hoofdstuk 16: Spioneren bij de rebellen
Hoofdstuk 17: Terug bij de rovers: plannen smeden
Hoofdstuk 18: Op pad om mensen te verzamelen
Hoofdstuk 19: Gevaar in Karandi
Hoofdstuk 20: Myrra's leger
Hoofdstuk 21: Een speciale nacht in het bos
Hoofdstuk 22: Een spion in hun midden!
Hoofdstuk 23: Voorbereidingen
Hoofdstuk 24: De veldslag
Hoofdstuk 25: Weer op weg, een nieuwe aanval, en eindelijk Petrol!
Hoofdstuk 26: De bevrijding van de koning
Hoofdstuk 27: Het geheim van Gustav
Hoofdstuk 0: Voorstukje


Hoofdstuk 8: Gescheiden van Aralyssia!


Een man werd het kamp binnengebracht. Hij bleek de broer van een van de rovers te zijn. Deze was hem in het bos tegengekomen. De man had slecht nieuws voor hem: hun vader was erg ziek en had dringend verzorging nodig. Hijzelf had andere verplichtingen en kon zijn vader niet verzorgen. Daarom had hij al zijn moed bij elkaar geraapt en was naar het kamp van de rovers gekomen om zijn broer te vragen de zorg voor zijn vader op zich te nemen.

Het was al laat toen de beide mannen het kamp in kwamen. Spoedig zou het donker worden. Gudan, de broer had nog niet besloten. Hij vond dat Ramsh hierover moest beslissen. Daarom had hij de man naar het kamp gebracht. Vannacht kon hij bij ze slapen, en morgenochtend zou hij dan weer afreizen. Met of zonder hem zelf. Dat wist hij nu nog niet.

De roverhoofdman was eerst boos dat Gudan zijn broer mee het kamp in had genomen. De plaats en ligging van het roverskamp waren strikt geheim! Maar zijn hart was goed en hij gaf Gudan toestemming om zijn vader te gaan verzorgen. Myrra was erg blij met de visite in het kamp en was benieuwd of de man haar nieuwtjes kon vertellen. Zou hij iets over de koning weten? Ze zorgde ervoor dat ze tijdens het eten bij hem in de buurt zat en zon op een gelegenheid hem haar vragen te stellen.

Maar de man was tijdens het eten stil en in zichzelf gekeerd. Het roversnest beviel hem niet. Hij had echt al zijn moed bijeen moeten rapen om hier naar toe te komen. Rovers waren gevaarlijk, en zijn broer was het zwarte schaap van de familie. Maar nu was hun vader ziek, en voor zijn vader had hij deze gevaarlijke tocht ondernomen. Hij was opgelucht over hoe de roversbende hem ontvangen had. En zijn broer had zelfs toestemming gekregen met hem mee te gaan! Maar de spanning had hem moe gemaakt, en daardoor zat hij maar wat stilletjes voor zich uit te staren. Ook maakte hij zich zorgen over zijn vader, en piekerde over hem.

Daardoor merkte hij het meisje in zijn buurt niet meteen op. Maar Myrra zorgde er wel voor dat ze opgemerkt werd. Ze was extra aardig tegen de man en zag erop toe dat hij voldoende eten kreeg. De man glimlachte haar dankbaar toe. Hij was blij met dat rappe ding dat zo aardig voor hem zorgde.
Langzaam zette hij zijn zorgen van zich af. En hij begon nieuwsgierig te worden naar het meisje dat hem zo goed bediende
"Wat is je naam?" vroeg hij dan ook op een keer toen Myrra hem weer een nieuwe beker wijn had gebracht.
"Mijn naam is Myrra," antwoordde Myrra hem. "Ik kom uit Malidara. En u?"
"Karandi," antwoordde de man.
"Oh Karandi!" zei Myrra. Ze zag haar kans voor een praatje. "Is dat een mooie stad? Malidara is heel mooi."
"Karandi is prachtig," antwoordde de man. "Zeg eens, hoe kom jij hier?"
Hij was heel verbaasd dat tussen de rovers zo'n meisje zat.
"Dat is een heel verhaal," antwoordde Myrra vaag. "Dat kan ik u niet vertellen."


"Je bent een kind van een van hun," veronderstelde de man.
"Nee, nee, oh nee!" antwoordde Myrra meteen. "Nee, de reden dat ik hier ben is heel anders."
"Houden ze je vast?" vroeg de man toen. Onderwijl hoopte hij dat dat niet zo was.
Maar tot zijn opluchting schudde ook hier Myrra haar hoofd.
"Nee, ze houden me niet vast," antwoordde ze, niet geheel volgens de waarheid. "De rovers zijn heel goed voor me. Behalve dan Ara, de vrouw van de hoofdman. Maar zij moppert altijd."

Een glimlachje kwam om de mond van de man, maar hij was te moe om echt te kunnen lachen. Toch bleef hij nieuwsgierig naar het meisje. Zo vreemd dat iemand die geen rover was en ook geen kind van hun, hier toch leefde!
Myrra nam weer het woord.
"Vertelt u eens over Karandi?" vroeg ze aan de man. "Is het daar mooi?"
"Karandi is heel mooi," antwoordde de man. "Het is gebouwd van witte huizen en ligt aan de zee. Als de zon erop schijnt is het prachtig. Maar ik woon niet in Karandi zelf. Ik woon in een dorpje dat iets verderop ligt. Maar eenmaal in de week ga ik naar Karandi om daar mijn waren te verkopen. Ik ben boer, en ik heb altijd wel iets dat ik moet verkopen."

"Oh, dan hoort u daar ook altijd de nieuwtjes," zei Myrra blij. "Kunt u ze mij vertellen? Ik hoor hier erg weinig."
"Natuurlijk hoor ik daar nieuwtjes," antwoordde de man. "Maar ben jij daarin geïnteresseerd? Jij komt uit Malidara, en je leeft hier! Waarom ben je geïnteresseerd in nieuwtjes uit Karandi?"
"Karandi en Malidara horen toch tot hetzelfde land?" antwoordde Myrra snel. "We dienen toch dezelfde koning?"
"De koning is niet meer," zei de man. "De koning is afgezet."
Myrra speelde alsof ze geschrokken was. De man zei verbaasd:
"Wist je dat nog niet?"
Myrra schudde met haar hoofd. Enkele rovers die mee hadden zitten luisteren, vertelden dat ze dat ook nog niet wisten.
"Vertel ons, wat is er gebeurd?" vroeg Myrra.

"Nou, ze hebben de koning overvallen, 's nachts in zijn paleis," begon de man. En hij begon te vertellen over hoe alles was gegaan.
Voor het eerst hoorde Myrra nu het verhaal van die nacht. Een verhaal waarin zij zelf ook een rol had gespeeld! Maar dat wist de man natuurlijk niet. Over de prinses vertelde hij trouwens niets.
De rovers luisterden geïnteresseerd naar de man. Dit was heftig nieuws!
"De koning was slechts een paar dagen voordat het gebeurde naar dit eiland gekomen," vertelde de man verder. "Hij was hierheen gevlucht, omdat het in de hoofdstad te gevaarlijk voor hem was geworden. Er zijn daar een heleboel mensen die hem willen afzetten. Ze willen dat Frederik, de oudere broer van de koning, weer aan de macht komt. Hun aantal schijnt de laatste jaren te zijn gegroeid, en het werd in de hoofdstad te gevaarlijk. Daarom kwam de koning naar zijn paleis op dit eiland. Dat paleis staat vlak bij Malidara. Jij moet het toch kennen?"
En de man knikte Myrra vragend toe.
Myrra schudde een beetje van 'nee' met haar hoofd. Ja, ze kende het paleis wel. Ze was er zelfs binnen geweest! Maar daarvoor had ze nooit van het bestaan ervan geweten, en dat moest ze nu spelen.

De man ging hier niet verder op in.
"Maar de koning heeft misgerekend," vertelde hij verder. "Hij is nu weg. De rebellen houden hem ergens in de bossen van dit eiland gevangen. Maar er gaan ook geruchten dat hij is ingescheept en nu ergens anders zit. Hoe dan ook, de weg is vrij voor Frederik om aan de macht te komen. Maar verrassend genoeg laat hij zich niet zien. Er gaan geruchten dat hij helemaal niet wil regeren, en dat hij boos is dat de rebellen zijn broer hebben afgezet, maar ik weet niet of deze geruchten waar zijn. In ieder geval is er nu geen koning."
"Dat is fijn," bromde een van de rovers sarcastisch. "En wordt het land nu wel geregeerd, of kunnen wij allemaal gewoon naar huis?"

Alle rovers in een bulderend gelach uit. Iedereen wist dat niemand echt terug naar huis wilde. Het leven was hier goed. Wat hadden ze thuis nog te zoeken? Maar het grapje was goed.
De man negeerde het gelach rondom hem en haalde zijn schouders op.
"Gudan loopt morgen nog steeds gevaar, denk ik," antwoordde hij. "Maar mijn vader heeft hem te hard nodig. We moeten voorzichtig zijn."
Het gesprek over de koning stopte hier. Myrra zuchtte opgelucht. Geen woord over de prinses! En ook niet het verhaal dat de koning al dood zou zijn. Gelukkig! Misschien, heel misschien zou alles toch ooit nog goed komen!
Het meisje had genoeg gehoord en zonderde zich van de rovers af. Het eten was al bijna afgelopen en de nacht zou spoedig beginnen. Ze hoorde daarom niet wat Gudan's broer nog aan Ramsh vroeg.

De volgende ochtend bracht een schok voor Myrra. Toen het meisje voor het ontbijt beneden op de open plek aankwam, riep de roverhoofdman haar bij zich.
Snel liep Myrra naar Ramsh toe. Ze zag dat de man van gisteravond bij hem stond, en ook Gudan, zijn broer.
Toen het meisje naderde, keek de roverhoofdman naar de man op.
"Is dit het meisje waar u het over had?" vroeg hij aan hem.
Gudan's broer knikte.
"Ja, meneer," antwoordde hij. "Dit is het meisje."
Myrra was de roverhoofdman nu genaderd. Hij knikte haar toe.
"Luister eens kind," zei hij. "Ik heb een taak voor je. Deze man hier heeft mij gevraagd of ik je aan hem uit wil lenen zodat je zijn vader kunt verzorgen. In het dorp loopt Gudan te veel gevaar. Iedereen kent hem en weet dat hij een rover is. Maar jou kent niemand. Jij kan mooi alle dingen buitenshuis doen, terwijl Gudan binnen bij zijn vader blijft."

Myrra wist niet wat ze hoorde. Ze snakte naar adem. Haar hoofd begon te bonken en haar oren suisden.
"Maar,..... maar.. Lyssa?" bracht ze er na een poosje uit.
"Wie?" vroeg de roverhoofdman.
Myrra's hart zonk in haar schoenen. Wist de roverhoofdman het bestaan van de prinses niet meer?
"Lyssa, mijn zusje," antwoordde ze.
Ramsh moest lang nadenken.
"Oooh ja," zei hij toen langzaam. "Jullie waren met zijn tweeën. Dat ben ik helemaal vergeten. Is zij nog steeds hier?"

Myrra knikte stil.
"Wat doe ze hier eigenlijk?" vroeg de roverhoofdman toen streng. "Waarom zien we haar nooit?"
"Ze is ziek," legde Myrra uit.
"Als ze ziek is, moet Eldo haar beter maken," antwoordde Ramsh nors.
Eldo was de spichtige jongeman. Ramsh dacht even na. Toen ging hij verder.
"Ik zal Eldo vragen voor haar te zorgen," zei hij. "Dan is er, denk ik, niets dat jou in de weg staat met deze man mee te gaan."
Myrra voelde zich beklemd, maar ze wist dat ze niet kon ontsnappen. Ze knikte gehoorzaam.
"Goed," zei de roverhoofdman toen. Hij wendde zich tot Gudan's broer.
"Het is OK, je krijgt Myrra mee. Maar over een maand moet ze hier weer terug zijn."
"En denk erom," vervolgde hij streng, "als je haar ook maar een beetje ondeugdelijk behandelt, krijg je het met mij persoonlijk te doen. Heb je dat goed begrepen?"
Gudan's broer knikte verschrikt.
"Ja meneer," antwoordde hij beleefd. "Dank u wel meneer. Ik zal haar goed behandelen en haar over een maand terugbrengen."
Myrra voelde zich verloren.

Na het ontbijt ging Gudan's broer op reis. Tijdens het eten was Myrra nog naar haar grot gegaan. Met tranen in haar ogen had ze zich op Aralyssia gestort. Ze vond het vreselijk de prinses in de steek te moeten laten, want ze voelde het als haar taak het meisje te beschermen en verborgen te houden. In ieder geval zo lang haar vader, de koning, nog gevangen zat. Maar nu kon ze niet anders. Ze wist dat de roverhoofdman altijd moest worden gehoorzaamd. Daarom nam ze afscheid zo goed en zo kwaad als het ging. Aralyssia had een van haar slechte dagen. Ze was in een roes en ze merkte niets van Myrra. Voor Myrra leek het alsof ze afscheid nam van een pop. Ze voelde zich erg alleen. Ze nam al haar moed bij elkaar en ging weer terug naar beneden, naar de open plek, waar het ontbijt in volle gang was. En na het ontbijt was ze klaar om te vertrekken.

Gudan leidde zijn broer en Myrra door de kloof die naar het zuiden liep. Boven zag Myrra de rovers die op wacht stonden. Ze zwaaiden naar het troepje beneden, en de mannen beneden zwaaiden terug. En toen waren ze uit de kloof en in het open bos. Het was een hele tijd geleden dat Myrra in het bos was geweest, maar Gudan kende er goed de weg. Hij was een ervaren rover en al heel lang in dienst bij Ramsh. Alle mensen in het dorp waar hij vandaan kwam, wisten ook dat hij bij de rovers zat. Daarom was afgesproken dat hij verborgen zou blijven. Er was dan wel geen koning meer, maar dat betekende niet dat rovers geen gevaar liepen. Als Gudan werd herkend, zou hij zeker worden opgepakt. Dus gingen ze sluipend naar het huis van de vader en Gudan zou het huis niet uitkomen.

Ze liepen de hele dag door het bos. 's Avonds maakten ze kamp bij een klein, verborgen meertje. Gudan maakte vuur en Myrra maakte daarop het eten klaar. Toen ging iedereen op het mos liggen om te gaan slapen. Vlak voor het slapen dacht Myrra aan Aralyssia. Ze hoopte dat de prinses het goed maakte en dat ze haar spoedig weer zou zien. Ze was blij dat zij het was die nu hier op het mos moest liggen. Zij was het gewend, maar Aralyssia zou er vast problemen mee hebben gehad.

De volgende ochtend ging het gezelschap weer verder. Weer liepen ze de hele dag door het bos, maar toen de avond viel, zagen ze door de bomen de eerste weilanden liggen. Karandi lag dichter bij het roversnest dan Malidara.

Gudan's broer wees naar de schaduw van enkele huizen in de verte.
"Daar begint de bewoonde wereld," zei hij tegen Myrra. "We kunnen nu niet verder. We wachten hier totdat het nacht is."
De twee mannen en Myrra zochten een plekje en maakten het zich daar gemakkelijk om de avond af te wachten. Langzaam zakte de zon naar beneden. Toen hij bijna was verdwenen, en het tussen de bomen donker begon te worden, kwam het groepje in het bos weer in beweging. Ze aten nog wat en gingen toen weer op weg. De zon was nu helemaal onder en het land was donker.

"Blijf dicht bij me," zei Gudan's broer. "Ik ken de weg."
In het donker kwamen de drie personen uit het bos. Ze staken een veld over, nog een veld, en passeerden toen het eerste dorp. Daarna ging het weer verder tussen de velden.
Het was niet direct allemaal velden en dorpjes. Tussen de velden lagen hier en daar ook nog stukken bos. Land die de boeren niet ontgonnen hadden. In een van deze bossen hield het groepje halt toen de ochtend kwam.
"We blijven hier, totdat de avond weer valt," zei Gudan tegen Myrra en zijn broer. "Help me een mooi plekje te vinden."
Ze vonden een mooi plekje op een eindje van de weg en gingen daar slapen. Ze sliepen rustig. Een keer kwamen een man en een vrouw voorbij die met harde stemmen ruzie met elkaar maakte - en het groepje wekte - maar dat was de enige keer dat ze werden gestoord.
Toen de avond weer kwam, maakten Myrra en de twee mannen zich op voor het laatste deel van de reis. Het was nu niet ver meer naar het huisje van de vader van de twee broers. Het werd donker en ze gingen weer op pad. Opnieuw liepen ze door de velden en langs de dorpjes. Toen bereikten ze het dorp waar de vader woonde. Zijn huisje lag er een stukje buiten. Het bleek een klein, bouwvallig hutje te zijn. Gudan's broer duwde de deur open.

"Pa, ik ben weer terug," riep hij terwijl hij het hutje binnen liep. "En kijk eens wie ik meegenomen heb?"
De vader had kennelijk liggen slapen, want het duurde lang voordat hij antwoord gaf. En toen hij het gaf, klonk het niet erg vriendelijk.
"Merkan, eindelijk," bromde hij. "Je bent een eeuwigheid weggebleven. En je oude vader hier maar liggen. Heb je die rover van een zoon te pakken kunnen krijgen? Is hij daar? Ah, het werd tijd dat hij zich bekeerde, en zich om zijn oude vader ging bekommeren. Ik lig hier maar ziek te zijn, en hij leeft op de kost van andere mensen!"

Myrra hield zich afzijdig. Ze mocht deze man niet. Al meteen niet. Dat zou wat worden! Ze keek het huisje van de man eens rond. Doordat het donker was, kon ze niet veel zien. Maar wat ze zag, maakte een vervallen, sombere indruk.
Gudan's broer riep haar.
"Myrra! Ga eens water halen, wil je? Je vindt de pomp een stukje achter het huis. Bij de deur staat een emmer."
Myrra draaide zich om en zag de emmer staan. Ze pakte hem op en ging er mee naar buiten. Binnen hoorde ze nog net hoe de oude baas zei:
"Myrra, wie is dat nou?"
Haar hart zonk in haar schoenen


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 9:
Bij de heer Vanark, en het begin van een plan!

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny