** De prinses en het meisje van de straat - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: De aankomst van de koning
Hoofdstuk 2: Een brutale poging
Hoofdstuk 3: In het paleis
Hoofdstuk 4: Verraad in de nacht
Hoofdstuk 5: Ontsnapt! Maar weer gevangen genomen.
Hoofdstuk 6: Bij de rovers
Hoofdstuk 7: De kluizenaar
Hoofdstuk 8: Gescheiden van Aralyssia!
Hoofdstuk 9: Bij de heer Vanark, en het begin van een plan!
Hoofdstuk 10: Een schrik voor Myrra
Hoofdstuk 11: Weer terug bij de rovers: een tijd van leren
Hoofdstuk 12: Het gaat beginnen!
Hoofdstuk 13: Op stap met Petrol
Hoofdstuk 14: Gebeurtenissen in het bos
Hoofdstuk 15: Spionageplannen
Hoofdstuk 16: Spioneren bij de rebellen
Hoofdstuk 17: Terug bij de rovers: plannen smeden
Hoofdstuk 18: Op pad om mensen te verzamelen
Hoofdstuk 19: Gevaar in Karandi
Hoofdstuk 20: Myrra's leger
Hoofdstuk 21: Een speciale nacht in het bos
Hoofdstuk 22: Een spion in hun midden!
Hoofdstuk 23: Voorbereidingen
Hoofdstuk 24: De veldslag
Hoofdstuk 25: Weer op weg, een nieuwe aanval, en eindelijk Petrol!
Hoofdstuk 26: De bevrijding van de koning
Hoofdstuk 27: Het geheim van Gustav
Hoofdstuk 0: Voorstukje


Hoofdstuk 16: Spioneren bij de rebellen


Voor Myrra en Aralyssia brak nu een relaxte tijd aan. Ze hoefden niets te doen, alleen maar te wachten. En ze namen het er van. Toen Petrol weg was, gingen de twee meisjes in de opening van de grot zitten en keken naar buiten, over de zee.
Het was een mooie dag. De zon had de hele dag geschenen. Achter de rotsen zat het bos nog in de mist van de opdrogende regen, maar voor de meisje uit, over zee, was de lucht droog, helder en blauw. Ze konden heel ver kijken. Diep beneden strekte het water zich grijsblauw uit. Bij de kliffen droegen de golven schuimkoppen, en daar zag je witte vlekjes. Het was heerlijk om zo te zitten, en de zon warm te voelen schijnen. En te voelen dat alles droog was! Na die twee regendagen in het bos, was dit totale verwennerij. Myrra en Aralyssia bleven dan ook heel lang zitten en rustten uit. In hun gedachten haalden ze de gebeurtenissen van de afgelopen dagen naar boven. Brr, wat waren ze blij dat ze die achter zich hadden! De hut. Die vieze oude man. En de rebellen die gekomen waren. En dan Myrra's broer!

"Hoeveel broers en zussen heb je?" vroeg Aralyssia nieuwsgierig aan Myrra.
"Een," antwoordde Myrra. "Alleen Rogier, die je zag. En jij?"
"Ik heb geen broers of zusjes," antwoordde Aralyssia. "Ik heb dat altijd wel jammer gevonden. Ik voelde me vaak alleen."
"Aan zo'n broer als Rogier heb je ook niets, hoor," zei Myrra snel. "Ik heb alleen maar last van hem gehad. Eigenlijk ben ik ook altijd maar alleen geweest."
Aralyssia keek het straatkind dat naast haar zat aan en glimlachte.
"Nu hebben we elkaar," zei ze blij. "En we zijn zusjes. Ik vind dat fijn."
Myrra glimlachte terug, maar werd toen verlegen.
"Wil je wel zusje zijn met zo'n straatkind als ik?" vroeg ze een beetje onzeker aan de prinses.
Aralyssia lachte zachtjes, haalde haar schouders op en keek toen naar haar eigen kleren.
"Ik vrees dat ik op dit moment niet veel meer ben," zei ze tegen Myrra.

"Nou ja," antwoordde Myrra. "Als je vader weer koning is, word jij weer prinses."
"En jij dan ook," zei Aralyssia beslist. "Dat moet gewoon."
Maar Myrra schudde met haar hoofd.
"Dat kan niet," zei ze. "Prinses word je bij je geboorte. Ik kan nooit prinses worden."
"Dan word je mijn zusje. Ik wil je ook niet meer kwijt," zei Aralyssia. "We blijven voor altijd zusjes. Ook al ben ik straks weer prinses, en jij... en jij..."
"Een straatkind," vulde Myrra aan.
"Nee, geen straatkind meer!" zei Aralyssia ineens fel. "Een straatkind zul je nooit meer worden. Dat sta ik echt niet toe."
"Tenzij je zelf wilt, natuurlijk."
Het werd even stil.
"Wil je dat?" vroeg Aralyssia toen aan Myrra.
Myrra strekte haar handen boven haar hoofd en dacht na.
"Ik heb geen idee," zei ze toen. "Het leven op straat is zwaar. Er zijn daar een heleboel vervelende mensen en je moet goed oppassen. Maar een gewoon burger-iemand kan ik ook nooit worden. Het leven bij die oude heer Vanark verstikte me. Ik wilde er alleen maar weg. Ach, misschien word ik wel gewoon rover."

"Een rover?" vroeg Aralyssia verbaasd. "Zeker dan bij Ramsh."
"Ja," antwoordde Myrra ernstig. "Ik vind het fijn daar. Het is er vrijgevochten, maar toch hartelijk. Ruw, maar toch beschermend. Het beste van het burgerleven en het straatleven bij elkaar. Ik voel me daar echt thuis."
"Maar dan moet je andere mensen bestelen," zei Aralyssia. "Onschuldige mensen. Dat wil je toch niet?"
"Tja," zei Myrra en haar gezicht betrok, "dat is waar. Maar ja, bij de rovers heb ik het wel erg naar mijn zin."
Toen trok het meisje haar schouders op. "Nou ja, ik zie wel wat het leven mij brengt. Dat is ook het kenmerk van het straatleven: Maak geen plannen voor morgen. Kijk gewoon."

Myrra en Aralyssia bleven bij de ingang van de grot zitten totdat het tijd was om te gaan slapen. Ver achter ze zakte de zon langzaam omlaag en werd toen oranje. Het oranje licht viel over de zee en gaf de golven gouden randjes. De water was verder erg kalm. Er was niets te zien. In de struiken dichtbij tjilpten vogels. Alles was heel vredig, en de twee meisjes genoten.

Er gingen een paar dagen voorbij. Dagen waarin niets gebeurde. Myrra en Aralyssia luierden, en gingen af en toe op weg om eten zoeken. De zon bleef schijnen, en in de omgeving van de grot bleef alles rustig. In het begin genoten de twee meisjes van de rust. Maar na twee dagen begon het bij Myrra te kriebelen.
"Ik hoop dat Petrol spoedig een keertje langs komt," zei ze tegen Aralyssia. "Ik verveel me."

En juist die middag kwam Petrol! De twee meisjes sprongen blij op toen ze de man in de verte zagen komen, en ze renden op hem toe.
"Petrol! Fijn dat je er bent! We vervelen ons vreselijk!"
"Hoe is het met je? Heb je al wat ontdekt?"
De man groette de meisjes hartelijk.
"Hallo," zei hij. "Is alles goed met jullie? Jullie hebben je toch geen zorgen om mij gemaakt, hè?"
"Nee nee," zei Aralyssia terwijl ze met haar hoofd schudde. "We weten het: Een oude vos als jij...."
Ze moesten alle drie lachen, en blij liepen de twee meisjes met Petrol terug naar de grot.
Het was fijn dat de man er weer was. Myrra en Aralyssia voelden zich een stuk beter.
"Je moet vertellen, Petrol," drong Myrra aan. "Wat heb je allemaal beleefd?"
"Ja, ik ga vertellen," zei Petrol. "Ik ga jullie een heleboel vertellen. Wat ik meegemaakt heb. Maar ook alles wat ik gezien heb. En jullie moeten alles goed onthouden. Alles wat ik vertel. Zodat ook jullie weten hoe het kamp van de rebellen eruit ziet en hoe het georganiseerd is. Ook al ben je er zelf nooit geweest."

"Dat klinkt serieus," zei Aralyssia.
"Het is ook serieus," antwoordde Petrol. "Ik ben met een serieuze spionagetaak bezig. Weten jullie nog? Voor de bevrijding van onze koning. Dat is heel serieus. Daarom moeten jullie goed luisteren, en de komende dagen alles opnieuw steeds voor elkaar herhalen. Hebben jullie dat goed begrepen? Herhaal het steeds opnieuw voor elkaar. Zodat jullie niets vergeten."
"OK," antwoordde Aralyssia. "Moet je niet eerst eten?"
"Ja, graag," antwoordde Petrol. "Ik heb honger. Het is toch nog wel een flink eind vanaf hier naar dat rebellenkamp. Maar dat is ook wel goed. Hier zitten jullie veilig."
Myrra gaf Petrol van het voedsel dat ze in de grot hadden. Toen gingen ze alle drie op het droge zand in de rotsopening zitten. En terwijl voor ze de zee zich tot aan de horizon uitstrekte, vertelde Petrol alles wat hij in het kamp te weten was gekomen.

"Luister goed," zei hij. "En probeer alles wat ik zeg te onthouden."
En de man begon te vertellen.
Hij vertelde hoe het kamp eruit zag. Hoe je er kon komen. Wie er de baas was. Wat hij wist van de wacht. Namen van de rebellen die hij had leren kennen. De voorraadgrotten die hij had gezien. De kookplek. Alles wat hij de afgelopen dagen te weten was gekomen, vertelde hij aan de twee meisjes. En Myrra en Aralyssia luisterden en probeerden te onthouden wat hij zei.
Petrol ging ook tekenen. In het zand van de grot tekende hij de plattegrond van het kamp. En terwijl hij vertelde, wees hij aan waar alles was.
Het duurde heel lang voordat Petrol met vertellen klaar was. Toen hij tenslotte eindelijk stopte, duizelde het de meisjes van alle informatie. Ze hadden allebei het gevoel dat ze alles door elkaar gingen halen. Maar ook hadden ze het idee dat ze het kamp nu al heel goed kende. Dat ze er de weg al blindelings zouden kunnen vinden. En daar ging het om!

"Nou," zei Petrol tenslotte en hij stond op. "Dit was het, meisjes. Ik ga nu weer vlug terug. Onthoud alles wat ik jullie heb verteld. Herhaal het de komende dagen voor elkaar. Teken de plattegrond en wijs alles aan. Teken het opnieuw en opnieuw en opnieuw. Jullie moeten het uiteindelijk allemaal kunnen dromen."
"Heb je nog iets over de koning en koningin gehoord?" vroeg Aralyssia gespannen.
Eindelijk durfde ze de vraag te stellen die haar al zo lang op de lippen brandde. De prinses had de hele tijd in spanning gezeten terwijl Petrol zijn verhaal vertelde. Ze hoopte dat de man nieuws over haar ouders zou hebben. Maakten ze het goed? Maar tot haar teleurstelling schudde Petrol met zijn hoofd.
"Nee, ik heb nog geen informatie over ze," zei hij. "Maar ze zitten wel in dit kamp. Ik heb een van hun bewakers leren kennen en de komende dagen wordt hij mijn project. Dan ga ik hem uithoren. Ik zal proberen alles te weten te komen. Daarna heb ik hopelijk voldoende informatie om de koning en de koningin te kunnen bevrijden."
De prinses knikte ten teken dat ze het begrepen had. Ze was wel wat teleurgesteld. Nu moest ze nog langer wachten totdat ze van haar ouders hoorde. Ze moest nog langer geduld hebben.
"En Armon?" vroeg Myrra toen. "Heb je nog nieuws van Armon?"
Over Armon had Petrol een slechter bericht.
"Armon maakt het niet goed," zei hij ernstig. "De man wordt heel slecht behandeld. Zodra ik kan, zal ik hem bevrijden. En dan breng ik hem naar hier. Dan moeten jullie voor hem zorgen, meisjes. Hem hier op krachten laten komen totdat ik met spionneren klaar ben en we met zijn vieren terug kunnen reizen."

De twee meisjes schrokken van dit nieuws. Armon die het niet goed maakte? Die aardige man die hun zo goed door het bos had geleid.... Ze hadden veel medelijden met hem.
Petrol zag hun gezichten.
"Maak je geen zorgen," troostte hij de meisjes. "Armon kan wel tegen een stootje. Ik breng hem spoedig hier."
"Petrol," zei Aralyssia nu toch een beetje angstig. "Zorg je ervoor dat jij niet ook wordt gepakt? Ik vind het voor Armon al erg genoeg. Ik wil niet dat ze jou ook slecht behandelen."
De man glimlachte en kneep de prinses in haar wang.
"Over mij hoeven jullie je echt geen zorgen te maken," verzekerde hij nogmaals. "Echt waar. Over een paar dagen kom ik weer terug. Zorgen jullie ervoor dat jullie alles onthouden wat ik jullie heb verteld? OK? Dat is jullie taak."
De twee meisjes beloofden het. Petrol glimlachte ze beide nog een keer toe, en toen ging hij er weer vandoor.


Een paar dagen later was de man weer terug. En hij bracht inderdaad Armon mee!
Maar wat zag die eruit. Het was duidelijk dat de rebellen hem vreselijk hadden behandeld. Hij liep moeizaam, en was volledig verzwakt; en op sommige plekken waren striemen op zijn huid te zien, daar waar de rebellen hem geslagen hadden.

Petrol bracht hem de grot binnen. In de grot hadden Myrra en Aralyssia een bed van heide en gras gemaakt, waarop de meisjes 's nachts sliepen. Hier liet Petrol Armon op zakken. De man was blij dat hij weer kon liggen. Toen hij lag, sloot hij direct zijn ogen en slaakte een diepe zucht. De tocht naar de grot was voor hem erg vermoeiend geweest.

De twee meisjes waren vreselijk van Armon geschrokken. Petrol nam ze mee naar de grotopening en ging daar met ze in het zand zitten.
"Verzorg hem goed," was het eerste dat hij zei.
"Wat ziet hij eruit!" bracht Aralyssia geschrokken uit.
De man knikte.
"De rebellen zijn niet mals voor hun vijanden," antwoordde hij. "Trek het jullie niet te erg aan, meiden. Armon zal spoedig opknappen. Echt waar. Kom, kijk niet zo bezorgd. Laat me jullie vertellen wat ik de afgelopen dagen te weten ben gekomen. Daarna ga ik snel weer terug."

Petrol begon opnieuw te vertellen. Hij vertelde over de gevangenisgrotten. En tot Aralyssia's grote blijdschap vertelde hij nu ook over de koning en de koningin!
"Ze maken het goed," zei hij tegen de twee meisjes. "Ze worden goed verzorgd. Niet zoals Armon, gelukkig. En ze zitten bij elkaar in een grot, dus ze kunnen met elkaar praten."
En de man vertelde verder. Hij beschreef nauwkeurig hoe het koninklijk echtpaar werd bewaakt, wanneer de wacht werd afgelost en hoe dat ging. Myrra bewonderde Petrol dat hij dit alles zo te weten was gekomen. Hij was inderdaad een heel goede spion!
Nadat hij alles had verteld, wilde Petrol weer vertrekken. Maar Aralyssia hield hem tegen.
"Petrol, ben je echt voorzichtig?" vroeg ze voor de zoveelste keer aan hem.
"Natuurlijk meisje," antwoordde Petrol. "Ik heb jullie al vaker verteld: over mij hoeven jullie je geen zorgen te maken."
"Nou, ik vind het ook wat griezelig worden," zei Myrra. "Zeker nu je Armon mee hebt weten te krijgen. Dat zal vast worden onderzocht. Hoe voorkom je dat ze jou gaan verdenken?"
"Dat is mijn taak," antwoordde Petrol terwijl hij met zijn hoofd schudde. "Vermoeien jullie je er nu maar niet mee. Zorg goed voor Petrol. Dat is jullie taak."
Maar Myrra was er niet gerust op.
"Hoe vaak moet je nog terug naar het kamp?" vroeg ze de man.
Maar ook nu schudde Petrol weer met zijn hoofd.
"Ik heb geen idee," antwoordde hij. "Zo veel als nodig is. Laat me nu gaan, meisjes. Als ik te lang wegblijf, maak ik me verdacht."
De meisjes stelden Petrol geen vragen meer, en lieten hem vertrekken. Toen de man weg was, gingen ze bij Armon kijken.

Armon was er inderdaad heel lelijk aan toe. Maar terwijl Petrol aan de meisjes zijn ontdekkingen had verteld, had hij van de tocht naar de grot kunnen uitrusten. En zijn ogen stonden al weer een beetje helderder.
"Hallo," zei hij toen de twee meisjes bij hem kwamen. "Een fijn hol hebben jullie hier."
"Armon, is alles goed met je?" vroeg Aralyssia gespannen.
De kleine man knikte de prinses dapper toe.
"Ja, het komt wel weer goed met me. Kunnen jullie me wat te drinken geven? Ik heb dorst."
Myrra gaf Petrol wat van het drinken. De meisjes hadden een eindje verderop een beekje ontdekt dat vanuit de bossen naar de zee stroomde. En daar haalden ze hun water vandaan.
"Wat een pech met me, hè," zei Armon toen hij had gedronken. "Maar ik word weer beter hoor. Wacht maar, over een paar dagen ben ik weer net zo fit en sterk als vroeger. Maak je maar geen zorgen. Dit hoort bij het vak."

Ja, dat had Petrol ook al gezegd. Maar de twee meisjes gruwden toch ervan. Ze vonden het maar niets. Ze hoopten dat zij zelf nooit door de rebellen gepakt zouden worden.

Armon knapte in de volgende dagen wel op, maar het ging langzaam. Langzamer dan hij had verwacht. En hij zelf vond dat nog het meest vervelend. Hij was toch zieker geweest dan hij had gedacht.
Petrol kwam niet meer opdagen. Dat vonden ze alle drie erg raar, en Myrra en Aralyssia begonnen wat ongerust te worden. Armon probeerde hun zorgen weg te lachen.
"Ach, Petrol kan nu misschien moeilijk weg komen," zei hij. "Waarschijnlijk heeft hij zich in het kamp onmisbaar gemaakt. Wat ik van hem gezien heb, zou mij dat niets verbazen. Het is een handige man, die Petrol. Ik zou me geen zorgen maken."
Maar dat deden de twee meisjes wel! Het was inmiddels al vijf dagen geleden dat Petrol voor de laatste keer bij ze was geweest. Waar bleef hij?

En toen gebeurde er iets dat hun plannen zou veranderen.
In de ochtend van de zesde dag dat Petrol weg was, zag Aralyssia plotseling een schaduw in de verte opdoemen. Daar kwam iemand aan! Vlug waarschuwde de prinses Myrra, en de twee meisjes keken uit naar het moment dat ze konden zien wie de schaduw was. Zou het Petrol zijn?
Maar het was Petrol niet. Een man die de meisjes niet kenden, kwam uit de richting van het rebellenkamp naar hun plek toe wandelen. Gealarmeerd waarschuwden de meisjes Armon. Die kwam naar buiten en keek ook.
"Dat is een van de rebellen," zei hij toen hij de onbekende figuur zag. "Vast en zeker. Ik herken de man niet, maar ik zou niet weten waar hij anders vandaan moet komen dan van het rebellenkamp. Vlug, we moeten ons verstoppen."
Zo snel ze konden, schoten de twee meisjes en Armon weg. Dichtbij de grot groeide een dicht struikgewas, en daar kropen ze in. Er groeiden bramenstruiken, en het was er stekelig. De drie kregen veel schrammen, en ze scheurden hun kleren, maar daar trokken ze zich niets van aan.

Zo diep mogelijk borgen ze zich tussen de struiken en keken toen door de takken naar de man die daar aan kwam lopen.
Het leek wel of de man hun grot kende! Hij liep in ieder geval recht op de plek af. Verschrikt vroegen Myrra en Aralyssia zich af wat in het kamp was gebeurd. Was Petrol misschien gevangen genomen? En hadden ze hem gemarteld? Had Petrol hun schuilplaats moeten verraden? De twee meisjes hoopten van niet, maar het leek wel zo!
Toch liep de man niet als iemand die recht op zijn doel af ging. Nee, hij liep rustig en nonchalant. Alsof hij een wandelingetje maakte, en het hem niet uitmaakte waarheen hij ging. Maar wel ging hij recht naar hun grot. Het was erg vreemd. Was het camouflage van de man? Deed hij maar alsof hij wandelde, om niet de aandacht te trekken?

Daar had hij de grot ontdekt.
"Nee maar," hoorde de drie in de bosjes hem zeggen. "Wat een fijne grot is dit! Een met een mooi uitzicht. En wat een droog zand."
De man ging naar binnen, en de drie in de bosjes hoorden hem binnen een kreet van verrassing slaken. De man had hun spullen ontdekt.
Toen, op dat moment, zag Myrra in de verte nog een figuur naderen. Verbaasd greep ze Aralyssia's arm en wees.
De prinses was ook verbaasd. Helemaal toen de figuur dichterbij kwam, en het Petrol bleek te zijn! Petrol! Hij was dus toch niet gevangen.
Toen kwam de vreemde man weer uit de grot. Direct zag hij Petrol ook.
"Hey, wat krijgen we nu," hoorden de meisjes in het struikgewas hem mompelen. "Als dat onze ouwe Petrol niet is. Of hij is de boel hier ook een beetje aan het verkennen, of hij weet meer van deze fijne grot en wie er wonen. Dat ga ik eens fijn uitvinden."
En behoedzaam liep de man naar een uitstekende rotspunt vlakbij toe. Hij zorgde ervoor dat Petrol hem niet kon zien. Toen hij de rotspunt had bereikt, verschool hij zich er achter.

Myrra en Aralyssia keken elkaar verschrikt aan. Petrol moest worden gewaarschuwd! Voordat hij in de val van de man zou lopen. Maar ze konden geen kant op! Het bosje waarin zij zaten, lag vlak voor de man, en met elke beweging die ze zouden maken, zouden ze zich verraden. Ze konden alleen maar afwachten.
Petrol kwam dichterbij. Hij liep recht op hun grot af. De drie mensen in de bosjes hielden hun adem in. En de man achter de rotspunt ook. Maar gelukkig, plotseling veranderde Petrol van koers. Niet langer liep hij naar de grot van de meisjes. Nee, die liet hij links liggen. Hij begon omhoog te klimmen. Naar de top van de klif. De drie mensen in de bosjes keken elkaar verbaasd aan, maar ze waren ook opgelucht. Zou Petrol wat gemerkt hebben?
De rebel achter de rotspunt zag Petrol ook omhoog klimmen, en voorzichtig kwam hij van achter zijn rotspunt vandaan en begon hem te volgen. Daarbij kwam hij steeds verder van de bosjes waarin Armon en de twee meisjes zaten.

Met kloppend hart keken de drie in de bosjes toe hoe de vreemde man zich van hen verwijderde. Nog even, en dan zou hij ver genoeg zijn. Dan konden ze uit hun schuilplaats komen en Petrol waarschuwen. Wat een geluk dat Petrol niet naar hun grot gekomen was! Waarschijnlijk had hij iets vermoed.
"Gewoonlijk komen we altijd op hem toe rennen," bedacht Aralyssia. "Nu hebben we dat niet gedaan. Ik denk dat hij dat heeft opgemerkt."
Verder en verder weg liep de vreemde man, achter Petrol aan. Toen hij ver genoeg was, begon Myrra zich te bewegen.
"Ik ga Petrol waarschuwen," vertelde het meisje zachtjes aan de anderen. "Nu kan het."
Voorzichtig achteruit kruipend probeerde het meisje uit het struikgewas te komen. En het lukte haar dat te doen zonder al te veel geluid te maken. De vreemde man had in ieder geval niets door.
Toen was ze uit de bosjes. Eindelijk! Opgelucht stond Myrra op. Maar helaas, juist op dat moment, keek de vreemde man achterom.

Natuurlijk zag hij het meisje meteen, en hij schreeuwde een bevel.
"Staan blijven! Blijf staan, zeg ik je!"
Op het zelfde moment greep hij zijn pijl en boog en legde aan. De man was snel en voor Myrra maar een stap had kunnen verzetten, was de pijl al op haar gericht. Die arme Myrra kon niets meer doen. Het meisje bleef staan en hulpeloos hief ze haar handen omhoog.
Maar in de bosjes roerde het zich nu opnieuw. Aralyssia kwam overeind en pakte stilletjes haar kleine boog. De man had niets door. Vanuit de bosjes legde de prinses nauwkeurig aan en toen schoot ze op de man.
Het was maar een kleine pijl. Bedoeld om klein wild zoals konijnen te vangen. Maar het schot was wel raak! De pijl trof de man in zijn buik en hij klapte dubbel.
Zoeff! Direct daarna kwam een grotere pijl aanstormen. Deze kwam van links. Hij was van Petrol die vanaf zijn rots alles had gezien en snel gehandeld had. Hij had zijn boog getrokken, die duidelijk groter was dan die van Aralyssia, en had ook een pijl afgeschoten. Een grotere pijl, een die mensen kon doden. De pijl trof de man in zijn zij en ditmaal viel hij om.

Toen Myrra de man zag vallen, trok ze haar mes en begon te rennen. In de bosjes probeerden Aralyssia en Armon nu ook eruit te komen. Maar dat was niet makkelijk. De doornen van de bramenstruiken waren heel gemeen. En de man en de prinses worstelden om los te komen. Ook Myrra had het niet makkelijk. Ze moest om het struikgewas heen rennen en had dus een flinke omweg te maken. Daardoor was Petrol als eerste bij de rebel die kermend van de pijn op de grond lag. De man wachtte geen moment. Hij trok zijn dolk en stak de vreemde man neer.
De rebel was al dood toen Myrra eindelijk bij hem aankwam. Even later waren Armon en Aralyssia er ook.
De vier keken elkaar hijgend aan. Toen schopte Armon tegen het lijk zodat het omrolde.
"Wie was dit?" vroeg hij aan Petrol.
"Barend," antwoordde Petrol toonloos terwijl hij op het lijk neerkeek. "Hij wantrouwde mij al. Hij is me natuurlijk achterna gegaan om meer uit te vinden."

De man knikte Armon toe.
"We moeten ons zo snel mogelijk van hem ontdoen. Help me hem in zee te gooien."
Toen keek hij naar de twee meisjes die daar wat wezenloos bij het lijk stonden. Hun kelen waren dichtgeknepen.
"Jullie meisjes gaan naar de grot," beval hij. "We komen zo."
Geschokt liepen Aralyssia en Myrra allebei terug naar de grot. Ze gruwelden van wat ze hadden gezien. Een poosje later kwamen Petrol en Armon ook aanlopen. Ze zeiden niets, maar gebaarden de meisjes dat ze bij hen op het zand in de grotopening moesten gaan zitten.
Maar Petrol was niet van plan over de gebeurtenissen van net te praten. Hij wilde het over iets anders hebben.
"Luister," zei hij toen ze zaten. "Het wordt vervelend in het kamp. Een paar mensen wantrouwen me, en het wordt moeilijker om weg te komen. Dat Barend me vandaag achterna is gegaan, is geen goed teken. Bovendien zullen ze hem in het kamp zeker gaan missen, en ze zullen hem gaan zoeken. Eerst Armon weg, en nu Barend. Het wordt moeilijker om de verdenking van mij af te houden. We moeten dit daarom opheffen. Ik blijf voorlopig in het rebellenkamp en zal me als een echte rebel gaan gedragen. Onderwijl blijf ik natuurlijk voor jullie spionneren. Jullie moeten nu naar de kluizenaar teruggaan en een plan voor de aanval maken. Ik zal jullie nog vertellen wat ik deze dagen te weten ben gekomen. Maar daarna moeten we dit hier opheffen. Er mag geen spoor van ons gevonden worden."

Myrra en Aralyssia knikten, en ook Armon knikte.
"OK," zei hij. "We keren terug."
"Blijf je echt bij de rebellen?" vroeg Aralyssia.
Petrol knikte met zijn hoofd.
"Ja," zei hij. "Ik blijf bij de rebellen. Ik zal een van hun worden, zodat ze me niet meer zullen verdenken. Maar ik blijf aan jullie kant. Ik blijf voor jullie spionneren. En als jullie straks met jullie mannen terugkomen en de koning gaan bevrijden, dan ben ik direct tot jullie dienst."
"Laat me jullie vertellen wat ik de afgelopen dagen nog heb gehoord," ging hij verder. "Daarna moeten we vertrekken."

Petrol vertelde zijn laatste nieuwtjes. Dat was niet veel meer. De meisjes kenden het meest van het kamp nu op hun duimpje en er was niet veel meer dat hun nog verteld kon worden. Petrol vertelde de laatste dingen, en de meisjes luisterden goed. Toen was het tijd om op te breken.
"Lukt het je naar de kluizenaar te reizen?" vroeg Petrol aan Armon. "Ben je weer opgeknapt?"
Dat was Armon niet. Maar hij kon wel weer lopen. De man knikte daarom toch.
"We doen gewoon rustig aan."
De meisjes pakten hun spullen. Armon had geen spullen meer. De rebellen hadden hem alles afgenomen. Maar samen met Petrol haalde hij het gras van de bedden uit de grot, veegde het zand aan, en zorgde ervoor dat de hele omgeving er weer uitzag alsof er niemand was geweest.
Toen was het tijd om te gaan.

Het afscheid was kort. De zon begon al te dalen en Petrol moest snel terug naar het kamp. Daarom verspilde hij niet veel tijd met woorden, maar gaf de meisjes en Armon ieder een ferme handdruk. Toen liep hij terug naar het zuiden, richting het rebellenkamp, terwijl de twee meisjes en Armon naar het westen trokken. Het bos in. Op de terugweg naar de kluizenaar. Op weg naar de volgende stap in hun aanvalsplan.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 17:
Terug bij de rovers: plannen smeden

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny